
[font=Arial, helvetica][size=4]
174 jaar 'solidair' in één richting[/size][/font] (30/07/04 - Gazet van Antwerpen)
"Ik zoek al 40 jaar naar voorbeelden van solidariteit van het zuiden met het noorden. Ik heb er nooit gevonden", zegt prof. Juul Hannes (66) in het weekblad Trends. Juul Hannes is emeritus hoogleraar Economische Geschiedenis aan de universiteit van Gent en de VUB. Hij stortte zich vele jaren in cijfertjes, oude documenten van de fiscus en statistieken. Dat monnikenwerk liet hem toe belangrijke wetenschappelijke artikelen te schrijven. De grote Belgische waarheid, namelijk dat Wallonië in de 19de eeuw 'arm Vlaanderen' had gesteund, werd niet bevestigd. Integendeel, 175 jaar lang ging geen cent, geen stuiver naar Vlaanderen. De Gazet van Antwerpen vat de belangrijkste conclusies samen.
"Vlaamse politici vertrekken steevast van het beginsel dat België niet mag barsten. België zal nog lang niet barsten. Het barst op de dag dat de Franstaligen één eurocent betalen aan de Vlamingen." Is dat de uitspraak van een 'verzuurde' separatist? Neen, van een echte liberaal, prof. em. Juul Hannes, voorzitter van het Liberaal Archief en zeer bekend bij de VLD-leiding.
De waarheid van prof. Juul Hannes: "Er ging nooit één cent naar Vlaanderen"
Waalse politici mochten de jongste jaren werken aan nieuwe mythes, nl. deze van de Waalse solidariteit met Vlaanderen, die zelfs de huidige transfers van noord naar zuid in de schaduw zouden stellen. De Waalse minister-president Jean-Claude Van Cauwenberghe (PS) is daar zeer bedreven in. Maar ook anderen, zoals de voormalige PSC-voorzitter Gérard Deprez is een kenner. "Tijdens een periode, die naar verhouding langer was dan nu, heeft Wallonië zijn rijkdommen naar Vlaanderen overgedragen", zei hij in Le Soir (19 december 1995). Dik gelogen, maar het werkte wel. In Vlaanderen geloven ze dat nog ook.
Er was geen minuut historisch onderzoek nodig om die mythe aan Vlaanderen te verkopen. De boodschap is duidelijk: er is niets fout met de miljardentransfers. Die zijn niet meer dan een restitutie voor het verleden. Zwijg daar maar over, wees solidair. Al vele jaren worden de Vlamingen in de Franstalige media gebrandmerkt als de onsolidaire egoïsten. In de werkelijkheid staan de geldsluizen al 174 jaar open in dezelfde richting, van Vlaanderen naar Wallonië. De beschuldiging van onsolidair gedrag is dus wraakroepend.
Deuren en vensters
Vooreerst waren er de personele belastingen, die niet berekend waren op het reële inkomen, maar op de bestedingen, de uiterlijke tekenen dus. Juul Hannes berekende dat tussen 1832 en 1912 een gemiddeld Vlaams gezin 16,7% meer personele belastingen betaalde dan een Waals gezin (of 200 miljoen goudfranken meer). Nochtans was Wallonië door de ontluikende steenkoolindustrie veel rijker. Zelfs in de jaren 1840 tot 1850, toen 'arm Vlaanderen' werd getroffen door hongersnood, betaalde Vlaanderen meer belastingen. Die uitzichtloze periode van armoede blijkt niet eens uit de cijfers.
Dat lag aan de fiscale wetten. Er was o.m. een niet onbelangrijke belasting op... deuren en vensters. De opbrengst in Vlaanderen was veel hoger. Hadden Waalse huizen minder deuren en vensters dan bv. de Kempense? Bijlange niet, maar de hoogte van die belasting werd afhankelijk van het bevolkingscijfer van de gemeente waar men woonde. Dat was nadelig voor Vlaanderen, waar meer mensen woonden op een kleine oppervlakte. De meeropbrengst had niets te maken met grotere rijkdom in Vlaanderen, maar met een absurde wetgeving.
De erfenisrechten dan. In de jaren 1838-1913 betaalde de gemiddelde Vlaming 25,4% meer erfenisrechten dan de gemiddelde Waal. De Vlamingen betaalden 102,4 miljoen goudfrank te veel in die periode, een duizelingwekkende som. Het gebeurde - toen ook al - zonder morren. Nochtans weet men dat het geïndustrialiseerde Wallonië toen veel rijker was dan het rurale Vlaanderen. Erfenisrechten werden slechts betaald als er wat te verdelen viel dat de fiscus kon zien. Onroerende goederen dus, gronden en huizen van de bezittende klasse. Op roerende bezittingen had de fiscus niet zo'n zicht.
Bakkersoven
De bedrijfsbelasting dateerde nog van de tijd van de oude ambachtelijke bedrijfjes. De grote industriële bedrijven in Wallonië werden nauwelijks belast. In 1914 moest voor een reusachtige hoogoven 84,8 frank bedrijfsbelasting worden betaald, even veel als voor een bakkersoventje van 1819... Het agrarische Vlaanderen betaalde op die manier meer bedrijfsbelastingen dan het industriële Wallonië. Totaal bespottelijk, maar het gevolg van een fiscale wetgeving die een eeuw achter liep.
Het zijn maar een paar voorbeelden. Prof. Juul Hannes stelt vast dat er op geen enkel moment ook maar één frank als transfer naar Vlaanderen vloeide. Het was Vlaanderen dat systematisch te veel betaalde, ook toen de armoede in Vlaanderen schrijnend was.
De ambtenaren van de fiscus telden ramen en deuren en achtervolgden straatventers, marktkramers en scharenslijpers. De naamloze vennootschappen hadden in 1910 al een uitgekeerde winst van 452 miljoen goudfrank en ze betaalden daar ocharme 2% belasting op. De fiscale wetgeving was ontworpen in het begin van de 19de eeuw en had geen wapens om de zware nijverheid te belasten. Vlaanderen werd een eeuw lang belast op een rijk agrarisch verleden, dat al vlug z'n waarde verloor.
Het zit in de genen
Vandaag is de Vlaming niet meer straatarm, ongeletterd of uitgehongerd, maar nog steeds reageert hij niet tegen het fundamentele onrecht van een verplichte verarming. Hij legt er zich bij neer dat zijn Vlaamse regering weer niet de nodige middelen zal hebben. Die zijn 'getransfereerd'. Hij is ervan overtuigd - en de jongste generatie nog meer - dat Vlaanderen de Waalse broeders moet terugbetalen. De Vlaming gelooft dat een hold-up solidariteit is. Wetenschappers, die het omgekeerde kunnen bewijzen, komen niet op tv. Die kennen er niets van. De slaafse onderworpenheid zit werkelijk in onze genen....
prof. em. Juul Hannes
bron www.vu.be