Marian Verbeek, VVSG-stafmedewerker, Sabine Van Dooren, voorzitter raad van bestuur VVSG, Er blijft een groot onevenwicht tussen vrouwen en mannen in de lokale politiek. Van de 308 burgemeesters zijn er in 2012 slechts 31 een vrouw. Dat is één op tien. Het aantal vrouwelijke gemeenteraadsleden bedraagt 2.501, slechts 35 procent van het totaal aantal. Wordt het na de gemeenteraadsverkiezingen op 14 oktober een ander verhaal? Het nieuwe kiesdecreet helpt een handje. Naar schatting zullen 36.000 kandidaten in oktober op de lijsten staan van de verschillende partijen. De verdeling tussen vrouw en man moet gelijk zijn. 18.000 vrouwen zullen dus kandidaat zijn, dat zijn er nog nooit zoveel geweest. Plaats één of twee op elke lijst is er voor een vrouw. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten pleit voor meer vrouwen met een uitvoerend mandaat als burgemeester of schepen en voor een beter statuut van de lokaal verkozenen.
Het aantal actieve vrouwelijke politici in de lokale politiek is de voorbije decennia toegenomen. In de vorige bestuursperiode (2000-2006) waren er nog 75 schepencolleges zonder ook maar één vrouw (één college op vier). Vandaag heeft elk college minstens één vrouw. Dat is sinds 2007 ook verplicht. Toch zijn vrouwen sterk ondervertegenwoordigd: slechts één op tien is een vrouwelijke burgemeester. Bij de OCMW-voorzitters gaat het om één vrouw op drie, net zoals bij de OCMW-raadsleden.
Van de 35.722 kandidaten die op 8 oktober 2006 in Vlaanderen meedongen naar de gunst van de kiezer, waren er 17.394 (48.7%) van het vrouwelijke geslacht. In oktober 2012 zullen er dat naar alle verwachting 18.000 of meer zijn.
Vrouwen in de lokale politiek zijn gemiddeld ook iets jonger:
· gemeenteraadsleden: 42,6 (v) en 48,1 (m)
· schepenen: 44,7 (v) en 49 (m)
· burgemeesters: 48,2 (v) en 52,5 (m)
Opmerkelijk is dat de slaagkansen van mannen om verkozen te worden (bij de verkiezingen van 2006) bijna dubbel zo groot was: 15,8% voor de vrouwen tegen 29,9 % voor de mannen.
Kiesdecreet
Het nieuwe kiesdecreet heeft een aantal procedures verscherpt en biedt zo voor vrouwen meer gelegenheid om actief te zijn in de lokale politiek. Het zogenaamde ritsprincipe op de lijsten werd aangepast. Zo moet bij de voordracht van kandidaten rekening worden gehouden met de evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen op de kandidatenlijst. Op elke lijst mag het verschil tussen het aantal kandidaten van elk geslacht niet groter zijn dan één. Bovendien mogen de eerste twee kandidaten van elke lijst niet van hetzelfde geslacht zijn. Vroeger waren het de eerste drie kandidaten die niet van hetzelfde geslacht mochten zijn.
Meer vrouwen in het college
Opvallend blijft de sterke vrouwelijke ondervertegenwoordiging in uitvoerende functies zoals burgemeester en schepen. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten pleit daarom in de eerste plaats voor meer vrouwelijke burgemeesters en schepenen. In sommige gemeenten is dat nu al zo. In Lendelede bijvoorbeeld zijn vier van de zes leden van het college vrouwen waaronder de burgemeester en de OCMW-voorzitter. Ook in Kapellen zijn drie van de zes leden een vrouw. De OCMW-voorzitter en de secretaris van gemeente en OCMW zijn er ook vrouwen.
Daarnaast pleit de VVSG voor een beter statuut voor de lokaal verkozene. Een beter evenwicht tussen de politieke activiteit, het beroep en het gezinsleven is een belangrijk aandachtspunt. Dit komt zowel vrouwen als mannen ten goede.
De Trefdag voor lokale besturen op 29 maart in Gent staat helemaal in het teken van de gemeenteraadsverkiezingen en de volgende beleidsperiode. Het thema ‘Vrouwen in de politiek’ komt aan bod in een interview met minister van Binnenlands Bestuur Geert Bourgeois.
www.trefdag.be
Meer informatie over vrouwen in de lokale politiek:
http://binnenland.vlaanderen.be/site...aandemacht.pdf
VVSG-perszaken: Jan Van Alsenoy, 0
Bron:
politics.be