Mattheus 5:22 Maar Ik zeg u: Een ieder, die in toorn leeft tegen zijn broeder, zal vervallen aan het gerecht. Wie tot zijn broeder zegt:
Leeghoofd, zal vervallen aan de Hoge Raad, en wie zegt:
Dwaas, zal vervallen aan het hellevuur.
Nu zou je dus zeggen dat de lieve Jezus nooit zijn broeder uit zal schelden, maar reeds in Mattheus 6:2 en 16 maakt hij ze uit voor
huichelaars:
6:2 Wanneer gij dan aalmoezen geeft, laat het niet voor u uitbazuinen, zoals de
huichelaars doen in de synagogen en op de straten, om door de mensen geroemd te worden.
6:16 En wanneer gij vast, toont dan niet, zoals de
huichelaars, een somber gelaat;
En in 23:33 voor slangen en adderengebroed:
23:31 Gij getuigt dus van uzelf, dat gij zonen zijt van de moordenaars der profeten. 32 Maakt ook gij de maat uwer vaderen vol! 33
Slangen, adderengebroed, hoe zult gij ontkomen aan het oordeel der hel?
En er staan nog wel meer van zulke scheldwoorden en scheldpartijen van onze brave Jezus in de Bijbel.
En ik zeg dat niet zomaar, want de Joden, de broeders van Jezus hebben daarvan het gevolg mogen ondervinden: 2000 jaar lang tot aan de Holocaust.
Nu: daarmee heeft Jezus ook over zichzelf geoordeeld, gelet op zijn eerste uitspraak: wie zijn broeder een dwaas noemt zal vervallen tot de hel.
Mijn conclusie in deze: Jezus brandt nog steeds in de hel van zijn eigen onverzoendheid en eigen scheldwoorden.
