Discussie: Lachen met Groen
Los bericht bekijken
Oud 18 augustus 2012, 10:26   #1
E. Migrant
Banneling
 
 
Geregistreerd: 4 oktober 2011
Berichten: 1.745
Standaard Lachen met Groen

Uit DS...

Eerst de tekst van Vander Taelen:

Citaat:
Wie de problemen met allochtonen in de grootstad durft te benoemen, of het nu om vrouwen met rokjes of agenten met stokken gaat, bezondigt zich zogezegd aan stigmatisering. Niets van, zegt LUCKAS VANDER TAELEN. Het omgekeerde is waar: alles op zijn beloop laten gaan, dat is discriminatie.
Een banaal voorval in Sint-Joost-ten-Node, een van de negentien Brusselse gemeentes. Alil, 23 jaar, rijdt met motorfiets maar zonder nummerplaat door een eenrichtingsstraat, tegen de rijrichting in. Een agent maakt er hem attent op dat hij een overtreding begaat. Het antwoord van Alil is kort en krachtig: hij slaat de agent drie keer in het gezicht. In geen tijd loopt de straat vol. De agent wordt aangemaand het blauwblauw te laten. Alil is woedend. ‘Door jouw schuld heb ik mijn ramadan gebroken', zegt hij. Elk gebruik van geweld is immers verboden in vastentijd. Waarop Alil de agent een vierde keer in het gezicht slaat. Het gevolg: de agent is zes dagen werkonbekwaam, Alil wordt na verhoor vrijgelaten omdat hij geen strafblad had.

Verloren tijd

Bovenstaand verhaal sluit pijnlijk naadloos aan bij de getuigenissen van Brusselse politiemensen (DS 11 augustus). Agenten die in de val gelokt worden door georganiseerde bendes, agenten die buiten hun diensturen geïntimideerd worden, dat kun je niet langer ongestraft fait divers noemen die eigen zijn aan een grootstad. De enige positieve ontwikkeling is dat nu blijkbaar ook bij sommige politici het besef gegroeid is dat dit zo niet verder kan. Brussels minister-president Charles Picqué en minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet spraken zich ondubbelzinnig uit. Maar van de Brusselse burgemeesters was niet veel te horen.

Er is kostbare tijd verloren gegaan. Ik beschreef meer dan twee jaar geleden hoe bewoners van een appartementsgebouw in Molenbeek vreesden voor hun leven, toen de brandweer niet opdaagde bij een brand die baldadige jongeren hadden aangestoken. De hulpdiensten waren wantrouwig geworden na valse oproepen waarbij ze bekogeld werden. Ernstige feiten leken me dat toen al. Burgemeester Moureaux temperde: Molenbeek is de Bronx niet.

Inderdaad, in de Bronx is het ondenkbaar dat politiemensen bekogeld zouden worden met scherp geslepen kasseistenen zoals twee weken geleden gebeurde in Anderlecht. Brusselse burgemeesters kijken liever de andere kant uit als weer enige agenten het ziekenhuis worden ingeslagen. Ze zijn meesters in de kunst van het relativeren. De uitspraak van burgemeester van Brussel Freddy Thielemans dat een overval met kalasjnikovs in het centrum van de hoofdstad van Europa niet meer is dan een fait divers, zal hem – hopelijk – tot het einde van zijn carrière blijven achtervolgen.

De Brusselse burgemeesters steken bewust hun kop in het zand, ze denken vooral aan hun eigen electorale belangen. In het licht van de komende gemeenteraadsverkiezingen willen zij koste wat het kost vermijden hun kiespubliek te mishagen. In de Brusselse centrumgemeenten is een groot deel van de bevolking van Maghrebijnse origine. Daarom zijn lokale bestuurders geneigd zich zeer terughoudend op te stellen bij problemen met allochtone jongeren. Want snel wordt men er vanuit politiek correcte hoek van beschuldigd een bevolkingsgroep te ‘stigmatiseren'.

Seksualiteit op straat

Het overkwam Sofie Peeters, die in een documentaire vastlegde wat iedereen die al eens over de Brusselse straten loopt al jaren weet: dat Maghrebijnse jongens het op zijn zachtst gezegd moeilijk hebben met hun seksualiteit. Het blijft merkwaardig dat een studentenfilm nodig was om een probleem aan te kaarten dat vele vrouwen al jaren ergert. Maar de weldenkenden waakten: ook Peeters werd verweten te ‘stigmatiseren'. Nadia Fadil (KUL) verweet haar zelfs een instrument te zijn van de witte middenklasse om de binnenstad te controleren en de law and order te willen herstellen.

Wat is daar overigens fout mee, met respect voor wet en orde?

Jongens van Maghrebijnse afkomst hebben vaak een handicap door hun familiale achtergrond. Ze worden opgevoed als kleine prinsjes en verafgood door hun moeder. Van in hun jongste jaren leren ze dat ze de meerdere zijn van hun zusjes. Dat zorgt soms al in de kleuterklas voor problemen tussen Maghrebijnse jongetjes en meisjes met een andere culturele achtergrond.

Een afwezige of zwakke vaderfiguur in vele allochtone gezinnen maakt een positieve identificatie voor de jongens bijzonder moeilijk en levert een slecht zelfbeeld op. De onbewuste vertaling daarvan is dat ze elke vorm van gezag op school en straat afwijzen en een slachtofferrol cultiveren. Denken in termen van ‘eer en schande' in plaats van onze ‘schuld en boete' maakt het bovendien bijzonder moeilijk om aan allochtone jongens een besef van eigen verantwoordelijkheid bij te brengen.

Onbestaande arbeidsethiek

Dat is een bijzonder gevaarlijke combinatie van factoren voor jongeren die te vaak in een negatieve spiraal terechtkomen. Die is niet enkel sociaal-economisch, hoe graag sommige neomarxisten dat ook blijven geloven. Allochtone jongeren zitten snel vast in een werkloosheidsval waar ze niet uit geraken. Dat heeft veel te maken met een andere nefaste cocktail: gebrekkige opleidingen en een onbestaande arbeidsethiek. Er is een sociale druk die individuele responsabilisering afwijst. Wie zijn lot in eigen handen neemt, zet zich buiten de groep.

Het is alleen door een situatie juist in te schatten dat men kan hopen er een oplossing voor te vinden. Wie met verschil in opvoeding en cultuur geen rekening houdt, doet eigenlijk aan discriminatie, omdat zo de betrokken groep kansen ontzegd worden om een problematische situatie aan te pakken. Wie allochtone jongeren een toekomst wil bieden en wil vermijden dat ze bezwijken onder de druk van jeugdbendes of religieus fundamentalisme, moet durven pleiten voor een gerichte aanpak.

Problemen benoemen heeft niets met stigmatiseren te maken. Wel integendeel, het is een vorm van positieve discriminatie. Het heeft geen zin het allochtone seksisme dat Sofie Peeters toonde tot een algemeen probleem te reduceren. Maghrebijnse jongens hebben nu eenmaal een totaal andere (in hun geval onbestaande) seksuele opvoeding gekregen dan Belgische jongens. En als men die jongeren perspectief wil bieden op een toekomst, moet men het met hen durven hebben over wat zij zelf daar willen aan doen. Die eigen verantwoordelijkheid blijven afwentelen op ‘de maatschappij' is niet langer houdbaar.

Dan komt er misschien een dag dat een jonge Brusselaar beseft dat het zijn eigen persoonlijke verantwoordelijkheid is als hij zonder nummerplaat in de verkeerde richting rijdt. En dat het niet de schuld is van een agent dat zijn ramadan verknoeid is.
En vervolgens die van zijn partijgenoten :

Citaat:
BRUSSEL - ‘Niet alle groenen denken als Luckas vander Taelen’, sneerde Paul Pataer gisteren in een open brief. ‘En dat is maar goed ook.’ Het Brusselse buitenbeentje van Groen lokt regelmatig wrevel uit met zijn opinies, ook binnen de partij.
Doorn in het oog van Paul Pataer (gemeenteraadslid in Gent) is het opiniestuk ‘Les garçons de la rue’, waarin Vlaams parlementslid Luckas Vander Taelen wijst op de rol die de culturele achtergrond speelt bij het gedrag van bepaalde (allochtone) jongeren – meer nog dan de sociaal-economische context. ‘Vander Taelens veralgemeningen komen gevaarlijk dicht in de buurt van raciale vooroordelen’, aldus Pataer. ‘Gelukkig denkt binnen Groen niet iedereen zo.’ (DS 16 augustus)

Dat blijkt niet gelogen. Meer dan hen lief is, zitten de groenen verveeld met de scherpe opinies van Vander Taelen.

‘Het feit dat er ruimte is voor discussie is een goede zaak’, sust Vlaams fractieleider Filip Watteeuw. ‘Luckas draagt elementen aan vanuit zijn kennis en ervaring, maar het klopt dat niet iedereen zijn standpunten deelt.’ Ook collega Hermes Sanctorum benadrukt de vrijheid van meningsuiting die bij Groen hoog in het vaandel staat, ‘in tegenstelling tot bij andere partijen’.

Kamerfractieleider Stefaan Van Hecke vindt dat het goed is dat een linkse partij als Groen aanwezig blijft in het debat. ‘Anders wordt het gekaapt door de rechterzijde.’ Dat neemt niet weg dat de stijl of het woordgebruik van Vander Taelen niet altijd even subtiel is, terwijl Van Hecke zelf een genuanceerde nota heeft geschreven over integrale veiligheid. ‘Luckas onderschrijft mijn filosofie, al licht hij er natuurlijk bepaalde dingen uit.’

Kamerlid Meyrem Almaci is minder mals. ‘Ik ga akkoord met Pataer: de problemen moeten benoemd worden, maar ze veralgemenen en culturaliseren is geen oplossing. Als partij is dat al heel lang onze visie, dus ik vind dat Luckas hier uit de bocht gaat, hij faalt in zijn analyse.’

Vander Taelen vindt niet dat hij een extreme tekst heeft geschreven. ‘Als het over Brussel gaat, zitten veel mensen vast in denkpatronen van tien, vijftien jaar geleden. Terwijl de stad enorm geëvolueerd is. Je kunt daarover intern discussiëren, vergaderen en teksten opstellen, maar soms is het efficiënter om in de media te zeggen waar het op staat. Breng ik de partij daarmee schade toe? Misschien in de ogen van zij die mijn partij reduceren tot politiek correct denkenden, maar zo ken ik Groen niet.’
Dat die Turkse het opneemt voor het Marokkaans gespuis kan nog begrepen worden, maar dan die idioten van eigen bodem ... jongens toch
E. Migrant is offline   Met citaat antwoorden