Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Boyke
Een bijzondere wet van 19 juli 2012 heeft de "hoofdstedelijke gemeenschap van Brussel" opgericht. De naam "gemeenschap" wordt m.i. op een ongrondwettelijke manier gebruikt, vermits deze naam door artikel 2 van de Grondwet voorbehouden is voor de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap.
De naam "gemeenschap", gebruikt voor een instelling die "van Brussel" is, komt m.i. neer op een juridische en feitelijke uitbreiding van "Brussel" vermits alle gemeenten van de vroegere provincie Brabant van rechtswege lid zijn van deze "gemeenschap". Dat komt neer op een aantasting van het Vlaams karakter van Vlaams-Brabant dat nu de facto en de jure wordt aangehecht bij "Brussel", dat een apart gewest is.
Moet deze bijzondere wet bestreden worden voor het Grondwettelijk Hof, wegens discriminatie van onder meer en in het bijzonder van de Vlaams-Brabanders, die wél in een ongrondwettelijke "gemeenschap" moeten leven, in tegenstelling tot de inwoners van de overige provincies van België, deze buiten de oude provincie Brabant, die niet moeten leven in een ongrondwettelijke "gemeenschap" ?
Ik kan reeds mededelen dat ik een verzoekschrift in die zin heb ingediend bij het Grondwettelijk Hof. De zaak is nu in de voorafgaande rechtspleging en de rechters-verslaggevers stellen voor mijn verzoekschrift kennelijk onontvankelijk te verklaren. Bij gebrek aan het vereiste belang. Gisteren heb ik mijn memorie met verantwoording verzonden, per aangetekende brief met bewijs van ontvangst.
Wat denken jullie ?
|
Gebrek aan belang is inderdaad een gemakkelijke dooddoener. Zich onbevoegd verklaren is een andere uitweg die ze graag gebruiken in netelige kwesties.
Als je niet in Vlaams Brabant woont of het betreffend gebied kunnen ze dat waarschijnlijk doen.
In ieder geval is het als individu in zo'n zaak niet gemakkelijk. Duizend procedurele valkuilen en wolfijzers, termijnen en formaliteiten maken het gemakkelijk zo'n zaak af te schieten. Als ze al aanvaard wordt. Laat je bijstaan door een advocaat in zo'n David tegen Goliath zaak. Daar zijn recht hebben en recht krijgen twee totaal verschillende dingen.
Eerlijk gezegd heb je meer kans door zelf te gaan vitten op formaliteiten (geen advies door de afd wetgeving raad van state, geen hoogdringendheid, onbevoegdheid handtekeningen,...) dan op de kern van de zaak. Hoe triestig dat ook mag zijn. Het Grondwettelijk Hof zal zich niet smijten voor zoiets als ze niet echt moéten.