Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door meneer
Veel is de schuld van Willem I, die de Zuidelijke Nederlanden achterstelde : geen begrip voor de godsdienst van die mensen bvb. Daarom kreeg hij de Vlamingen tegen zich in het harnas. En de Franstaligen , niet enkel de Walen, maar ook de Vlaamse rijke burgers en aristocraten, voelden zich ook slecht behandeld. Zo waren de officieren in het leger doorgaans afkomstig uit de Noordelijke Nederlanden.
|
Met "alles is de schuld van Willem I" en dergelijke fraseologie pasticheert u Pirenne, Gendebien en Jenneval en doet u de geschiedenis en de waarheid onrecht aan.
Onder de Franse bezetting was de Nederlandse economie sterk achteruit gegaan, inzonderheid omdat de handel, die voor de Nederlandse economie altijd zo essentieel is geweest, lang had stilgelegen. Willem I bracht hierin verandering. Hij investeerde onder andere in een betere infrastructuur door wegen en spoorwegen aan te leggen. Hij had daarnaast een integratie voor ogen tussen de handel in het noorden en de industrie in het zuiden. Om de zuidelijke industrialisatie en de noordelijke handel te bevorderen, stichtte hij instellingen als De Nederlandsche Bank, de Algemeene Maatschappij voor de Volksvlijt en de Nederlandsche Handel-Maatschappij. De stad Gent heeft aan Willem I de Nederlandstalige universiteit te danken.
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door meneer
Willem was te repressief, een zeer slecht diplomaat in feite. Een domoor, ongeschikt voor zijn job.
|
Ik ben het met u eens dat Willem I zich op het vlak van de diplomatie gedroeg als een olifant in een porseleinkast. De ergernis die hij daarmee opriep, was geen exclusieve grief van de Zuidelijke Nederlanders; ook in het Noorden riep hij weerstand op.
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door meneer
De afscheuring was een ramp voor het Vlaams werkvolk. Moesten de Nederlanden verenigd gebleven zijn, waren ze steenrijk en machtig geworden.
|
Als Willem I zich op tijd iets van deze grieven had aangetrokken, dan was de secessie van de Nederlanden uitgebleven en had ons land zich kunnen ontwikkelen tot een middel-Europese mogendheid waarop Willem I zo had gehoopt.