Avicenna, een Arabische filosoof (980-1037), leerde dat je over de Universalia (de eeuwige ideeën of begrippen) een drievoudige uitspraak kan doen:
1 - zij zijn, in de goddelijke Geest,
vóór de concrete dingen;
2 - wat betreft hun verwerkelijking, zijn zij
in de dingen;
3 - in het verstand der mensen zijn zij, als door hen gevormde begrippen,
na de dingen.
Later kwam
Abaelardus tot dezelfde conclusie.
Uit Prisma Geschiedenis der filosofie.
Het moge wel duidelijk zijn dat met God de microwezentjes wordt bedoeld.