Vandaag werd bekend dat het Vlaamse Pendelfonds te weinig pendelaars uit hun auto heeft gehaald. “Het Pendelfonds is een beperkt instrument”, zegt Jo Libeer, gedelegeerd bestuurder van Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen. “De overheid moet dringend werk maken van het shuttledecreet en van het mobiliteitsbudget, zodat we voldoende instrumenten hebben om de pendelproblemen aan te pakken.”
“Het Pendelfonds is een goed initiatief, maar er is een grondige bijsturing nodig van het instrument zodat het effectiever wordt”, meent Libeer. “We moeten herbekijken hoe de middelen van het Pendelfonds beter op de noden van werknemer en werkgever kunnen inspelen.”
Daarnaast moeten zeker ook complementaire instrumenten worden ingevoerd om de pendelproblemen aan te pakken. Voka denkt hierbij vooral aan het shuttledecreet en het mobiliteitsbudget. “Er moet ten eerste werk gemaakt worden van het lang beloofde Shuttledecreet dat meer afgelegen bedrijventerreinen vlotter bereikbaar maakt met het openbaar vervoer. Ruimtelijke ordening speelt hier een cruciale rol. Bedrijventerreinen zijn vaak bijzonder slecht bereikbaar met het openbaar vervoer.”
“Ook moet het ‘mobiliteitsbudget’ verder worden uitgewerkt. Bedrijven die hiermee experimenteerden, zijn alvast zeer tevreden. Tot slot mag men niet vergeten dat de keuze voor duurzaam woon-werkverkeer een gedeelde verantwoordelijkheid is. De ondernemingen spelen hier zelf een rol, maar het is natuurlijk niet eenvoudig om medewerkers op de bus te krijgen als er geen bussen rijden.”
“Het is dus een en-en-verhaal”, besluit de Voka-topman. “Stimuleer het gebruik van de fiets, bus, of trein wanneer het kan. Maar geef bedrijven vooral de juiste instrumenten in handen, zodat zij kunnen inspelen op alle aspecten van mobiliteit.”
Bron:
politics.be