Deze komt in dezelfde reeks van denkoefeningen
(1) de staat leent geld van de 'markt' (van de bevolking)
(2) de staat besteedt dit geld aan openbare werken (voor de bevolking)
(3) de staat kan haar lening niet terugbetalen (aan de bevolking)
(4) de staat vraagt om langer en harder te werken (aan de bevolking)
(5) de staat kan dan hopelijk haar lening terugbetalen (aan de bevolking)
Zelfde vraag, is geld waardenvrij?
Laatst gewijzigd door tandem : 16 oktober 2013 om 09:42.
|