Onze maatschappij is sterk bezig tegen de meeste vormen van discriminatie. Sommige van die strijden zijn nuttig, andere zijn sterk gehypertrofeerd.
Echter zijn er bepaalde groepen die gewoonweg geen bescherming krijgen.
Nachtraven bijvoorbeeld.
Nachtraven zijn mensen bij wie het natuurlijk slaapritme waarbij zij zich comfortabel voelen, verschoven is tegenover de fysische dagcyclus. Zij worden later wakker en gaan heel laat slapen. Doorgaans is een nachtraaf productiever in de late uurtjes, in de rust van de nacht.
Ondanks
onderzoeken die aantonen dat nachtraven minstens even intelligent zijn als diegenen die conformeren aan het oneironormatief patroon, zijnde het vroeg opstaan en vroeg gaan slapen, worden wij blootgesteld aan discriminatie, ridiculisering en nodeloze stigmatisering.
Discriminatie: er wordt geen enkele rekening houden met nachtmensen in de meeste werkomgevingen. Examens en lessen bijvoorbeeld, beginnen zeer vroeg, dit terwijl een vroeg examen de kansen van een nachtpersoon sterk vermindert. Dit druist volgens mij tegen de regelgeving van Gelijke Onderwijskansen. Op de werkvloeren kan men, als men niet in ploegen werkt, een voldoende hoge functie bekleedt of zelfstandige is, zich niet volledig ontplooien als nachtpersoon. Dit vermindert de productiviteit van de meest intelligente deel van de bevolking, wat de economie en de vooruitgang niet ten goede komt.
Ridiculisering en stigmatisering: laat gaan slapen wordt gezien als onverantwoordelijk en decadent, laat opstaan als luiheid en ongeschiktheid. Mensen die laat wakker zijn, worden geacht geen werk te hebben, veel te drinken, hun tijd nutteloos te verdoen en niet capabel te zijn om te reageren op kritieke situaties.
Om toch mee te draaien met de oneironormatieve maatschappij moeten nachtraven hun natuurlijk dagritme aanpassen, wat tot oververmoeidheid, stress, onregelmatige slaappatronen en een verlaagde productiviteit leidt.
Waarom wordt er hier geen beleidskwestie van gemaakt?