Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Kallikles
Je stelt eigenlijk twee vragen:
- een eerste vraag naar de mogelijkheid en dat lijkt me dan eerder een filosofische vraag
- een tweede vraag naar het hoe en dan lees ik daar je hoger geschetste ingenieurstechnische vraag in; je zou het ook lezen als een vraag naar de mogelijkheidsvoorwaarden, maar dan zijn we weer bij je eerste vraag aanbeland
Nu, het mogen dan wel filosofische vragen zijn, los daarvan is het toch wel typisch voor jou dat jij de vraag stelt naar het ontwerpen van een heilige tekst. Bij het EMN is er ook zo'n ingenieur-filosoof. Hij is ingenieur en consultant in IT-Architectuur en IT-Strategie, maar heeft ook nog een doctoraat in de filosofie in de kast hangen. Een fascinerende man.
|
Klopt, ik stel eigenlijk twee vragen. Ik heb zij als wetenschappelijk geklassificeerd om de volgende reden:
In de wiskunde heb je gevallen waarin existentie kan worden bewezen zonder constructie. Je hebt ook expliciete bewijzen door constructie die dan twee vliegen in een klap slaan (behalve voor onze vrienden de recreatieve wiskundigen, die vinden het dan te triviaal en gaan zien of men toch niet zowel existentie als constructie apart kan bewijzen).
Maar je hebt wel degelijk wiskundige entiteiten waarvan geweten is dat zij ergens in de platonische ruimte bestaan, maar niemand heeft ze ooit geconstrueert.
Ook het omgekeerde kan zich voordoen, zie bijvoorbeeld de stelling van Church, die zowat de limiterende factor is voor mensen als mij die zich met hardware/software-codesign bezighouden. Het is onmogelijk om te bewijzen van een algoritme dat het het meest efficiente algoritme is. Meer zelfs: het is onmogelijk om te bewijzen dat een probleem berekenbaar is (dus dat het programma ooit stopt!). Maar men kan wel gemakkelijk een programma dat wel stopt construeren. Bijvoorbeeld:
while(0){
};
Bij demonstratie zal het programma stoppen.
Dit was eigenlijk mijn benadering: onderzoeken of het kan, dus existentie (en eventueel uniciteit) onderzoeken, en indien het blijkt te bestaan, zien of men het kan construeren.
Merk op dat constructie hier in een zuiver abstracte zin wordt gehanteerd: op papier kan men automata construeren, bijvoorbeeld Turing-machines, die men in het echte leven nooit kan ontwerpen.
Pas wanneer de vraag ontstaat om in de praktijk een ontwerpmethodologie voor heilige teksten te ontwerpen, dan komen de toegepaste theologen in actie. Het verschil is dat hierbij een praktisch ontwerp gebeurt, en niet enkel een bewijs door constructie.
En een studie filosofie, dat zie ik mij niet meteen doen. Theologie daarentegen... Hoe is het daar in Leuven?