Los bericht bekijken
Oud 26 januari 2014, 14:55   #306
cato
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Geregistreerd: 5 november 2013
Berichten: 15.118
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door mauste Bekijk bericht
De taalvaardigheid, zeker in de XIXe eeuw (60,70% analfbetisme), wordt niet gemeten aan de hand van de schriftelijke taalvaardigheid die niet representatief is voor niemands taalkunde. Een auteur kan namelijk uren, dagen en langer nog nadenken en sleutelen aan zijn teksten, copiëren, plagiëren, te rade gaan bij beter onderlegde taalgebruikers enz...Hij levert dus geen authentiek staaltje af van zijn taalkunde..
U vergist zich

Bron: Historische Steekproef Nederlandse Bevolking, Release HSNGEB.01
Van alle jongens die rond 1775 werden geboren leerde een grote meerderheid, 75 % om precies te zijn, lezen en schrijven. Een minderheid van 25 % wist zich niet in deze vaardigheden te bekwamen. Vanaf dat moment vindt er een langzame, maar gestage daling van dat percentage plaats. Rond 1800 was het percentage analfabeten gedaald tot 20%, rond 1820 tot 15%, in 1830 tot 10%, en in 1860 tot 5%. Rond 1880 wordt het nulpunt bereikt. Jongens die rond die tijd werden geboren, leerden allemaal lezen en schrijven. De daling is geleidelijk, maar ononderbroken. Er zijn nauwelijks perioden aan te wijzen waarin de daling zich vesneld of vertraagd heeft voorgedaan. Figuur 3 suggereert wellicht een kleine versnelling tussen 1795 en 1810, en ook een tussen 1845 en 1870. Tussen 1820 en 1840, en na 1875, toen de laatste barrières op weg naar een volledig geletterde samenleving werden geslecht, zou er sprake kunnen zijn geweest van een vertraging. Het is niet uit te sluiten dat deze momenten van versnelling en vertraging te maken hebben met specifieke politieke, economische of culturele gebeurtenissen in Nederland. De eerste schoolwetten, waarin het curriculum en de eisen die aan onderwijzers werden gesteld werden vastgelegd, stammen uit de eerste jaren van de negentiende eeuw. De emancipatie van de katholieke kerk, die begon in 1854, kreeg direct gestalte in het opzetten van onderwijs dat niet meer op een hervormde, maar op een katholieke leest was geschoeid zodat katholieke ouders veel meer dan voorheen gestimuleerd werden om hun kinderen naar school te zenden. Daar staat tegenover dat het effect van andere gebeurtenissen, die in principe voor een effect zouden hebben moeten zorgen, niet in Figuur 3 zijn terug te vinden. De Kinderwet van Van Houten, bijvoorbeeld, die het in 1872 verbood om kinderen onder de twaalf jaar in fabrieken te laten werken, en de leerplichtwet van 1901, hebben geen effect gehad of kwamen als mosterd na de maaltijd.

http://soc.kuleuven.be/ceso/historis...%20paper11.pdf

Laatst gewijzigd door cato : 26 januari 2014 om 15:03.
cato is offline   Met citaat antwoorden