Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Eliyahu
Bs'd
Vanwege het feit dat het fossielenverslag STASIS (onveranderlijkheid) laat zien:
[....]
Gould, Stephen J., "Cordelia's Dilemma," Natural History, 1993, p. 15
Ricklefs, Robert E., "Paleontologists Confronting Macroevolution," Science, vol. 199, 1978, p. 59
|
Je zegt dus helemaal niets. Jouw 'historie' van citaatvervalsing speelt je nu parten.
Foto's / scans of anders niets.
Paleontologie
De paleontologie - het onderzoek naar fossielen -
is één van de belangrijkste bronnen van bewijzen voor evolutie. Paleontologie is vooral behulpzaam bij het reconstrueren van de geschiedenis van het leven en het ontstaan van moderne levensvormen aan de hand van fossiele overgangsvormen. Een fossiele overgangsvorm tussen vissen en gewervelde landdieren is Tiktaalik. Een ouder voorbeeld, uit Darwins tijd, is Archaeopteryx, een fossiele vogel uit Duitsland met veerafdrukken en vele kenmerken van reptielen in het skelet. Het is een van de bekendste en meest tot de verbeelding sprekende fossiele overgangsvormen. Inmiddels is er door de ontdekking van veel meer overgangsvormen in vooral China en de vogelachtige kenmerken van bepaalde dinosauriërs steeds meer bekend geraakt over de evolutie van vogels uit andere dinosauriërs.
De term 'overgangsvorm' wekt overigens veel verwarring. Ieder gevonden fossiel was natuurlijk ooit een op zich staand individu. Het had een bepaalde structuur en van een overgang is binnen de levenspanne van een individu geen sprake. Het kan wat betreft bepaalde kenmerken inliggen tussen andere fossielen van oudere en jongere datering. Maar dit bewijst op zichzelf geen genetische verwantschap; en tussen ieder paar sterk op elkaar gelijkende maar niet-identieke fossielen kan men zich natuurlijk weer een daar weer tussen in liggend nog niet gevonden exemplaar voorstellen.
Er bestaan wel situaties waarin grote aantallen fossielen gevonden zijn die tot naadloze reeksen te leggen zijn; er bestaan echter ook situaties waarin een nieuwe vorm schijnbaar uit het niets opeens opduikt. Paleontologen vermoeden daarom dat soortvorming soms heel snel kan gaan, zodat er geen tussenvormen bewaard zijn gebleven. Een andere verklaring is dat de plotseling verschenen soort zich heeft ontwikkeld in een ander gebied dan waar men opgravingen doet en in korte tijd zich over het nieuwe gebied heeft verspreid. Het lijkt dan alsof de soort plotseling is ontstaan, maar indien men het oorsprongsgebied zou vinden zou men daar ook een naadloze reeks fossielen kunnen vinden. Iets dergelijks kan men zien bij door de mens op andere continenten geïntroduceerde soorten. Als bijvoorbeeld iemand over een paar miljoen jaar opgravingen doet in Australië, zal het lijken alsof de reuzenpad (die geïntroduceerd is om insecten te bestrijden in de landbouw) uit het niets is verschenen.