Ik denk dat de universiteiten nog veel kunnen besparen zonder aan het inschrijvingsgeld te komen. Het aantal doctorandi is op tien jaar tijd maal 3 gegaan. Zij verdienen dankzij een fiscale fictie bijna de helft meer dan een andere afgestudeerde. Ook hun begeleiding kost geld. Veel buitenlandse doctorandi presteren ondermaats, spreken nauwelijks Engels (laat staan Nederlands), sommigen die nog vakken moeten afleggen komen er niet door op basisvakken uit de bachelor.
Binnen onderzoeksgroepen wordt veel geld opgesmost aan dure uitstapjes, het aantrekken van onderzoekers die buiten wat gepercipieerde prestige niets bijbrengen. Overdreven onkosten lijken mij eerder regel dan uitzondering.
Sommige richtingen brengen helemaal niets bij. Is het verantwoord dat iemand vier jaar lang dik betaald wordt om een studie te maken over de geschiedenis van de kleuren in de Middeleeuwen? Volgens mij niet.
Ten slotte vind ik dat de instroom best beperkt mag worden. Maar dan op basis van een toegangsproef. Zeker bij richtingen als geschiedenis en filosofie mag gerust een numerus clausus, zodat er niet meer studenten afstuderen dan"nodig". Al de rest dient alleen om die faculteiten van subsidies te voorzien en zit later met de gebakken peren. Ook voor andere richtingen wil ik een ingangsproef. Het is onverantwoord om mensen te laten"proberen" (ik haat dat woord als het over studiekeuze gaat) terwijl ze geen enkele kans op slagen maken. Daar bewijs je niemand een dienst mee.
|