Ik zuig hier in een luim
reeds uren uit m'n duim
maar waar ik ooit op zwoegde en zwete
drijft nu reeds voorbij de nete (al jaren lang)
die eb en vloed
dat zwarte slib van m'n gemoed
verbrand en weggezogen
met een zuidwester meegevlogen
't geknisper van atoma
twee of drie volledig vol
tikte tegen t'ruisende riet
(nog gloeiend)
mijn vroege dood reeds schol
en nu zoveel jaren later
zal'k morgen (moeten krachtballen) met een kater
voor 't eerst sinds ik begroef
mijn hoeven donkers sater's
na twee jaar zonder poeder
of groen of vlas gebrouwen
heb ik nu zonder berouwen
de fles ter hand genomen
en zonder in te tomen
oude vrienden weergekomen
gedronken en geklonken
verdronken in geluk en verdriet
zovelen reeds teniet
|