Karel De Gucht heeft problemen met kritiek uit het buitenland.
In het debat deze morgen in de Zevende Dag leek de minister van Buitenlandse Zaken er duidelijk problemen mee te hebben dat een Nederlands journalist kritiek op hem had. Hij viel hem verschillende malen zelf aan, in antwoord op de goed onderbouwde kritiek. Hij had het onder meer over Calvinisme.
Dit is vreemd want de minister had net zelf in de media kritiek uitgebracht op de leiding van Kongo. Het valt te zien of deze nieuwe techniek in de buitenlandse diplomatie zal werken. Normaal aanvaardt de gewone man in de straat, en onze minister, zeer slecht buitenlandse kritiek. Dit maakt het voor Bush gemakkelijker om herverkozen te worden. (Door Kerry te verwijten dat hij populair tracht te worden in Europese hoofdsteden.) Dit maakt het voor het Irakees verzet gemakkelijker te werven tegen de Amerikaanse bezettingsmacht. Het is normaal de taak van binnenlandse media en politici de kritiek buitenskamers uit te brengen.
De minister en ex-voorzitter van de VLD had enige ervaring met krasse mediauitspraken. In antwoord op de erg sterke uitspraken van de oppositie, nam hij in de media ook sterke stellingen in. Probleem is dat zoiets werkt voor een oppositiepartij, niet voor de regeringspartijen. De oppositiestellingen werden zo ondersteund en hun belang ermee buiten proportie opgeblazen. Men denkt kennelijk zo stoer over te komen. In elk geval was er op het einde van de rit een aanzienlijk stemmenverlies ondanks een te late voorzitterswissel. Dat het een probleem kan geven om oppositiestellingen te ondersteunen ondervond kort geleden ook de heer Somers, eveneens in de zevende dag. Hij moest de brokken ruimen na een straffe uitspraak van een ander over de minderwaardigheid van de Islam. En had weinig antwoord als de tegenpartij hem telkens vroeg waarom hij niets gedaan had aan de problemen die hij aanhaalde.
|