Discussie: Godsdienst
Los bericht bekijken
Oud 29 augustus 2002, 23:18   #83
Pieterjan
Parlementslid
 
Pieterjan's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 4 juli 2002
Berichten: 1.771
Standaard

V Lijdensgeschiedenis


90 Op het landgoed Getsemane

Jezus kwam met zijn leerlingen op het landgoed Getsemane. Ontsteltenis en angst grepen hem aan. En hij zei tot hen: 'Ik ben dodelijk geschokt. Blijft hier en waak met mij !'
Hij liep een eindj e verder en wierp zich ter aarde. Hij bad: 'Abba, Allerbemindste Vader, (voor) U is alles mogelijk. Laat deze kelk aan mij voorbijgaan. Maar, niet wat ik wil, maar wat Gij wilt, geschiede!' Hij kwam terug, vond hen slapend en sprak tot Petrus: Simon, slaapt ge? Hebt ge niet één uur kunnen waken? Waakt en bidt, dat ge niet in bekoring (verleiding) geraakt!'
Hij ging weer weg en bad. En hij kwam terug en vond hen wederom in slaap. Zij wisten niet wat ze hem moesten antwoorden. En hij kwam voor de derde keer (terug) en sprak tot hen: 'Gij slaapt voort en rust uit? Nu is het zover. Staat op, laten wij gaan!'


91 Gevangenneming

Meteen kwam Judas, een van de twaalf, en met hem een troep mannen met zwaarden en knuppels, op bevel van de hogepriesters, schriftgeleerden en raadsoudsten. Die hem overleverde, had met de mannen een teken afgesproken: 'Die ik zal kussen, die is het. Neemt die gevangen en brengt hem behoedzaam op.' Judas liep op Jezus toe, zei tot hem 'Rabbi' en omarmde en kuste hem. Zij echter sloegen de hand aan hem en namen hem gevangen. Iemand (uit de troep vervolgers) trok het zwaard, raakte een dienaar van de hogepriester en sloeg hem een oor af. Jezus sprak tot hen: 'Als tegen een rover zijt gij uitgetogen, om mij gevangen te nemen. Dagelijks was ik in de tempel en gaf er onderricht. En ge hebt mij niet gevangengenomen.'
Allen lieten hem in de steek. Slechts een jongeman volgde hem. Toen zij deze grepen,1iet hij het hemd, dat hij om zijn blote lichaam droeg, achter, en vluchtte naakt weg. Ze brachten Jezus naar de (zetelende) hogepriester.


92 Voor hetjoodse Sanhedrin

Alle groepen van het Sanhedrin, hogepriesters, raadsoudsten en schriftgeleerden, kwamen bijeen. Jezus werd verhoord. Getuigen brachten onder andere tegen hem in, dat Jezus zich in zijn toespraken aan de Tempel had vergrepen; en de hogepriester vroeg hem, of hij de Messias en uitverkoren Afgezant Gods was. Jezus zweeg.
Daarop bevond het Sanhedrin Jezus schuldig en nam bij het ochtendgloren het besluit, Jezus bij de Romeinse bezettingsmacht aan te klagen,1iet hem boeien en leverde hem over aan Pilatus.


93 Petrus' loochening

Petrus was (hem) op een afstand tot op de binnenhof van het paleis van de hogepriester gevolgd. Hij was (nu) bij de dienaren en warmde zich bij het vuur. Terwijl Petrus beneden in de hof was, kwam een van de dienstmeisjes van de hogepriester. En toen ze Petrus zich zag warmen, keek ze hem aan en zei: 'Gij waart ook bij Jezus de Nazarener.' Maar hij loochende: 'Ik begrijp niet wat ge bedoelt...' en hij liep weg naar de voorhof.
Het dienstmeisje zag hem daar wederom en zei tegen de omstanders: Die daar is ook een van hen.' Even later zeiden die mensen tegen Petrus: 'Waarempel, gij zijt een van hen: ge zijt immers ook (een) Galileeër.' Maar hij begon te vloeken en te zweren: 'Ik ken die mens niet, waar gij het over hebt.'


94 Voor de Romeinse landvoogd

Pilatus verhoorde Jezus. En de hogepriesters klaagden hem aan vanwege politieke rebellie. Maar Jezus antwoordde niet, zodat Pilatus zich verbaasde.
Ter gelegenheid van het feest schonk Pilatus (zoals gebruikelijk) een gevangene de vrijheid, om wiens gratiëring het volk kon verzoeken. Dus trok de menigte op (naar de residentie van de landvoogd) en verzocht om vrijlating van een gevangene. Pilatus antwoordde hun: 'Als ge wilt, laat ik voor u de "koning der joden" vrij.' De menigte echter, opgehitst door de hogepriesters, riep dat hij liever Barabbas vrij zou laten.
Deze was een man, die samen met opstandelingen in de gevangenis lag, die tijdens de (recente) opstand een moord hadden gepleegd.
Daarop liet Pilatus Barabbas vrij.
Jezus echter liet hij geselen en gaf hem over om gekruisigd te worden.


95 Bespotting door de soldaten

De soldaten brachten Jezus naar het pretorium. Ze trokken hem een purperen mantel aan en zetten hem een doornenkroon, die zij gevlochten hadden, op. Ze begroetten hem met 'Heil u, koning der joden' en betoonden hem eer, door voor hem op hun knieën te vallen. Nadat ze hem bespot hadden, ontdeden zij hem van de purperen mantel en trokken hem zijn eigen kleren weer aan.


96 Kruisiging

Zij voerden Jezus (uit het pretorium en uit de stad) weg.
Ze dwongen een voorbijganger, die van het veld kwam, een zekere Simon, een Cyreneeer (Simon van Cyrene), de vader van A1exander en van Rufus, de kruisbalk voor hem te dragen. Ze brachten hem naar de plaats Golgota, wat Schedelplaats betekent, en wilden hem een verdovende drank, met mirre gekruide wijn, geven, maar hij nam hem niet aan. Ze kruisigden hem. Het was negen uur in de morgen toen ze hem kruisigden. De reden van zijn veroordeling stond in het opschrift: 'De koning der joden'.
Samen met hem kruisigden ze twee bandieten, de een rechts, de ander links van hem. Omstanders hoonden hem. De soldaten verdeelden zijn kleren onderling, door te dobbelen om wie wat zou nemen.

Met luider stemme bad Jezus de stervenspsalm Eloi, Eloi, lema sabachtani' (Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?).

Er keken ook vrouwen op een afstand toe, onder hen Maria van Magdala, Maria, de vrouw van Jakobus de Kleine, Maria de moeder van Joses, en Salome, die hem in Galilea gevolgd waren en hem hadden gediend, alsmede andere vrouwen, die met hem naar Jeruzalem waren getrokken.
__________________
Politiek is vloeibare geschiedenis, geschiedenis is gestolde politiek
Pieterjan is offline   Met citaat antwoorden