Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door harriechristus
Dit is geen antwoord op mijn stelling dat als een treinreiziger zichzelf als stilstaande mag beschouwen dat de trein dan de aarde onder zijn wielen weg moet rijden.
Het is de logische consequentie van de relativiteitstheorie.
|
Juist niet. Bij Newton maakt het niet uit of jij of de trein beweegt, je mag zelf je referentiekader kiezen. Bij Einstein heb jij wel een absolute snelheid, en die snelheid lijkt hetzelfde voor elke toeschouwer (mits deze toeschouwer een goed genoeg instrumentarium bezit voor de metingen). Als jij in een ruimteschip de helft van de lichtsnelheid gaat reizen zowel een lichtstraal die jou inhaalt als een lichtstraal die jou tegemoet komt nog steeds met de lichtsnelheid, en zal jij ook nooit met meer dan de lichtsnelheid snelheidsverschil kunnen botsen op een tegemoetkomend ruimtevaarttuig. Dit kom omdat als jij sneller gaat de klok vor jou minder snel loopt.
De mooiste uitleg die ik gezien heb was een gast op televisie. Die zei het als volgt: stel je hebt een op licht gebaseerde klok waarin een lichtstraal oop en neer stuitert tussen spiegel a en z, die direct boven elkaar geplaatst zijn. Het licht doet er exact een seconde over doet om van spiegel a op spiegel z te belanden, en heeft vervolgens weer een seconde nodig voor de terugreis (in werkelijkheid heb je daar naturlijk een enorme klok of een raar systeem va spiegels voor nodig e kan ik het dus beter over een nanoseconde hebben ofzo, maar een seconde denkt makkelijker), dus de afstand tussen de twee spiegels is 1 lichtseconde. Een observator ziet dit licht, wat er hangt wat rook in de klok ofzo. Als wij die klok monteren op een ruimteschip en dat ruimteschip met de helft van de lichtsnelheid voorbij de observator laten zoeven. Nu is de afstand die de lichtstraal aflegt vanuit de observator gezien groter dan een lichtseconde, want de lichtstraal beweegt niet meer puur op en neer, maar schuin naar voren. Pythagoras geeft ons dat de afgelegde afstand de wortel van 1^2 + 0,5^2 is. Maar de observator zal het licht nog steeds zie alsof het een lichtseconde per seconde aflegt, dus de klok "tikt" niet meer eens per seconde, maar eens per de wortel van 1^2 + 0,5^2 seconden (de wortel van 1,25 dus). De kok loopt trager omdat hij snel beweegt. Dat is geen effect op licht alleen, dat werkt op alles. Alles aan boord van dat ruimteschip gebeurd wortel 1,25 keer langzamer. Of, zoals het voor de bemanning lijkt bewegen die toeschouwers wortel 1,25 keer sneller dan normaal. Als beiden een klok hebben waarmee ze timen hoe snel het ruimteschip bij de maan is zal de toeschouwer een langere tijd klokken dan de bemaning. En dat is de tweelingparadox. Voor de relativiteitstheorie kan je dus helemaal niet ongestraft een referentiekader kiezen.