De grens van de vrije meningsuiting is de 'belediging'.
De wet op het racisme en die op het negationisme trachten het begrip 'belediging' naar bepaalde groepen en gebeurtenissen te omlijnen. Dat is in feite onmogelijk én ongrondwettelijk.
Het begrip 'belediging' is tijd-, plaats- en persoonsgebonden en kan dus slechts geval per geval beoordeeld.
Daarvoor zijn er onafhankelijke rechters. De wetgever kan en mag zich niet wagen aan het vastleggen van begrippen die zo variabel zijn als 'belediging'.
Wat voor de ene een belediging is, is het voor de andere niet; wat in ene omstandigheid een belediging is, is het niet in een andere; wat op een bepaald ogenblik een belediging is het op een ander tijdstip niet of niet meer.
Als men dergelijke zaken wil omlijnen in een wettekst, gaat men in de fout en krijgt men vlug absurde situaties, die naar fascisme neigen.
Onze federale regering heeft dringend nood aan degelijk juridisch advies. Ze stapelt de blunders op: de leefloonwet, de fiscale amnestie, de verkeerboetes...etc. Allemaal teksten, die een ernstige juridische screening niet weerstaan.
Opvallend is dat een professor grondwettelijk recht lid is van deze regering: Vande Lanotte! Duidelijk bij de gratie van een partijkaart hoogleraar aan de RUG.
Zalig de armen....
|