Bekijk volgende figuur:
Dit is het resultaat van het vergelijken van cytochrome C, tussen verschillende soorten.
Dit zijn de aminozuren van Cytochrome C bij mens en aap:
Human, Chimpanzee. N K N K G I
I W G E D T L M E Y L E N P K K Y I P G T K M I F V G I K K K E E R A D L I A Y L K K A T N E
Rhesus monkey........ N K N K G I
T W G E D T L M E Y L E N P K K Y I P G T K M I F V G I K K K E E R A D L I A Y L K K A T N E
Hoe minder verschil tussen het cytochrome c, hoe groter de verwantschap tussen de 2 soorten. Het verschil tussen mens en rhesus aap, is 1 aminozuur. D.w.z. dat mens en rhesus aap, sterk verwant zijn.
Het verschil in cytochrome c tussen mens en schildpad, is 17 aminozuren. De schildpad is verder verwijderd van de mens, dan de rhesus aap.
Als je al deze verschillen, tussen cytochrome c, in een computer steekt en er een algoritme op loslaat, dan bekom je de figuur hierboven. Als je naar deze figuur kijkt, en je kijkt naar de schildpad, en je volgt de lijntjes van schildpad naar de mens, dan verkrijg je: 4,9+3,3+1,1+6,9+0,8 = 17 aminozuren. Maar ook met de andere dieren, klopt dit, met het werkelijke verschil in aminozuren.
Dit is het absolute bewijs van evolutie, want het is objectief:
- verschillen tussen cytochrome C zijn meetbaar
- computer berekent de fylogenetische boom (het algoritme, berekent de som van de mutatieafstanden in deze tree en gaat zoeken naar een boom, met de laagste totaal afstand)
Dit bewijst, dat cytochrome c, aan mutaties onderhevig is geweest, gedurende miljoenen jaren, en dat je hiermee een verwantschapsboom, kan maken.
Voor wat betreft de gemeenschappelijke voorouder(s), tussen bijvoorbeeld schildpad en mens. Die wordt met het computer programma berekend en is fictief. Het vinden van een fossiel (exact op het kruispunt van lijnen in de figuur), is niet nodig. De positie zelf van de fictieve voorouder, is een statistische gegeven en is afhankelijk van de statistische kans dat een mutatie in het DNA van cytochrome c voorkomt, de kans dat een back mutation voorkomt (mutatie die mutatie terug teniet doet) en het feit dat er geen 1 op 1 relatie bestaat tussen DNA en eiwitten. Maar de statistische afwijking, kan wel volledig theoretisch berekend worden.
Bijvoorbeeld: 4,9+3,3+1,1=9.3 en 6,9+0,8=7.7, terwijl je 17/2 zou verwachten.
Als je dezelfde oefening doet, niet met eiwitten, maar met DNA, dan is de accuraatheid van de gemeenschappelijke voorouder, groter.
Hierboven, werd cytochrome c, genomen als eiwit om verschillen tussen soorten te berekenen, maar cytochrome c, evolueert zeer traag, omdat het eiwit, door zijn functionaliteit, zeer weinig wijzigen duldt. De voorouder van chimpansee en mens, bevindt zich zo dicht in de tijd, dat het cytochrome c, van beide gelijk is (mutatiesnelheid van cytochrome c is zeer laag)
Als we mytochondriaal DNA nemen, ook van fossielen, als basis, dan bekom je het volgende:
Dus, ook tussen mens en aap kan deze techniek gebruikt worden voor het maken van stambomen.