Het hemelrijk
een huis vol dromen
stuitert
op de wallekant
een wind vol bomen
knisperend
als ene lekkernij
in de kinderhand
een zwerver op de stoep
staat met zijn blote voeten
in de poep
nergens thuis
dan in de eeuwigheid
en oneindigheid
van Gods Hemelrijk
die nog moet komen...
