[Jan van den Berghe]

Oorspronkelijk geplaatst door De schoofzak

Leugen?
Als ge beweert een duivel uit te drijven, dan beweert ge dat er een duivel in die mens is binnengekropen, en dat die duivel dus bestaat.
Als ge die mens met wijwater besprenkelt, dan beweert ge dat dat straffer water is dan het water dat uit mijn regenton komt.
Als ge beweert dat het deugddoend was voor de mens, dat er indertijd een aan het kruis genageld werd tot aan zijn dood, dan bekruipt mij de schrik dat iemand gaat zeggen dat het nodig was dat god een tweede zoon uitstuurt, ik dan, en dat gij mij ook aan een kruis gaat nagelen.

Toegegeven dat het straffe toeren zijn: ik bedrieg mijn vrouw, dat wordt ergens onthouden, en na mijn dood: pataat, ik heb het aan mijn rekker. Maar geen nood: ik vertel het aan een celibatair, en lap, geen last meer van.

Geen nood?

Misschien toch iets leren over de biecht .