https://www.americanthinker.com/arti...l_process.html
Wat vooraf ging: In 2011 nam de Algemene Vergadering van de VN de zgn Resolutie 16/18 aan. Deze resolutie kwan vooral tot stand door toedoen van de Organization for Islamic Conference (OIC), een groepering van 57 voornamelijk islamitische landen dat vaak als een blok optreedt in de VN voor het indienen van resoluties die moeten verhelpen om religies in een kwalijk daglicht te stellen.
Tijdens de periode 1999-2010 werd minstens 1x per jaar een dergelijk voorstel tot resolutie ingediend door 1 van de OIC-leden. Meestal bleek dit Pakistan te zijn. De opzet van deze resoluties ging verder dan enkel recht op godsdienstvrijheid en wilde het bekritiseren van met name de islam strafbaar maken zelfs in landen waar godsdienstvrijheid en vrije meningsuiting gevrijwaard zijn in de grondwet.
Toen men bemerkte dat minder en minder landen deze resoluties wilden ondersteunen, gooide de OIC het over een andere boeg. Er werd niet zozeer meer gesproken over het bekladden van religies maar wel "het ijveren tegen onverdraagzaamheid, stigmatiseren, discrimineren en het aanzetten tot geweld tegen individuen omwille van hun geloof". De OIC bleek hier meer bekommerd om individuele rechten en niet zozeer de religie zelf.
Deze strategie bleek te werken en de volgende stap was dan het zgn
Istanbul Process oftwel de implementatie van deze resolutie in de nationale wetgevingen. Op zich lijkt de bekommernis om mensenrechten lovenswaardig ware het niet dat tal van OIC-leden zelf een loopje nemen met mensenrechten. Lachwekkend voorbeeld hier is hoe Erdogan in 2012 betreurde dat het Westen islamofobie niet officieel had veroordeeld als een misdaad tegen de mensheid. Erdogan, de kampioen van de mensenrechten? Laat ons ernstig blijven aub.
Wat verder dient te worden opgemerkt is dat de OIC ook niet de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens onderschrijft zoals werd aangenomen door de VN in 1948. Daarentegen onderschrijft het 2 andere documenten, nl. de Universele Islamitische Verklaring van de Rechten van de Mens van 1981 die gebaseerd is op de Koran en de soenna. Het andere document is de Cairo Declaration of Human Rights in Islam dat door de OIC werd aangenomen in 1991. Alle vrijheden en rechten die in dit document worden toegekend komen voort uit de Shariah. Hoe dergelijke religieus geinspireerde documenten vallen te rijmen met de vrijheid van meningsuiting zoals o.m. gegarandeerd in het Eerste Amendement van de Amerikaanse grondwet is een moeilijke oefening maar blijkbaar hield het de Obama-administrattie niet tegen om er alvast werk van te maken.