analyse van het Vlaams-nationaal stemgedrag
Eerst en vooral: ja, ik weet het, twee bestuursniveaus vergelijken is nooit volledig accuraat. Maar het is toch interessant om eens, per provinciale kieskring, na te gaan hoeveel het VB en de N-VA halen.
In Antwerpen haalden beide partijen in 2014 46 procent, nu is dat 47 procent.
In Limburg was het in 2014 37, zo ook nu.
In West-Vlaanderen gaat het van 31 (2014) naar 36 nu
In Oost-Vlaanderen van 37 in 2014 naar 36 nu
In Vlaams-Brabant van 32 in 2014 naar 33 nu
Maar, kijken we naar de N-VA alleen, ziet het er plots helemaal anders uit:
Antwerpen: Van 39 procent naar 33 (- 6 procentpunt)
Vlaams-Brabant: van 28 naar 25 (- 3 pp)
Limburg: van 31 naar 25 (- 6 pp)
O-Vlaanderen: van 31 naar 22 ( - 9 pp)
W-Vlaanderen: van 24 naar 19 (- 5 pp)
Kortom, samen stagneren VB en N-VA, buiten in West-Vlaanderen.
Maar alleen gaat de N-VA er van licht (Vlaams-Brabant) tot zeer zwaar (Oost-Vlaanderen waar méér dan 30 procent van het electoraat afhaakt) op achteruit.
Als deze uitslagen indicatief zijn voor de federale en regionale verkiezingen dan is de N-VA niet ''incontournable''. Tenzij ze het cordon sanitaire doorbreekt.
Daar kan een meerderheid van één zetel in de Antwerpse gemeenteraad niets aan veranderen.
|