Citaat:
|
Als je ziet dat bijvoorbeeld in zwart Afrika de koloniale grenzen relatief recent dwars door de stammengebieden getrokken werden. Dit heeft zeker tot conflicten geleid, maar in hoeveel van die landen werden de grenzen hertekend? Men beseft uiteindelijk dat er meer gemeenschappelijk is dan verschillend.
|
Die grenzen werden niet door de Afrikanen getekend, maar door de kolonisatoren. En ze zorgen tot op vandaag voor een steeds weer oplaaiend bloedbad.... Wat er binnen die grenzen zogezegd "gemeenschappelijk" is, komt meestal neer op een diktatuur van door onze "demokratieën" ondersteunde en korrupte leiders. Wat
men beseft is alleen maar dat je Afrika onder de knoet kan houden met het aloude
verdeel en heers. Ik geloof niet dat het wenselijk is dat voorbeeld na te volgen.
Uit de verwijzingen die je aangeeft, meen ik te kunnen afleiden dat je de denkt dat ik als politiek geschikte kultuurkluster de taal aanwijs. Dat klopt: taal heb ik meermaals het topje van de ijsberg genoemd die zo een levende en werkbare kultuurkluster zijn gezicht geeft. Je maakt echter een denkfout als je daarbij doorschiet naar dialekten. Dan worden Oost- en West-Limburg, Noord- en Zuid-Brabant elk een aparte staat, mischien krijgen we dan wel een paar honderd stadstaten. Daar heb ik nergens voor gepleit. Ik wil niet versnipperen om te versnipperen. Wat sociolinguistisch beschouwd wordt als nog wél dezelfde taal, gaat me al ver genoeg. Langs de andere kant heb ik er ook nergens voor gepleit dat alles ter wereld dat dezelfde taal hanteert ook één staat zou moeten worden. Oost- en West-Duitsland zijn uit eigen beweging herenigd, Oostenrijk of Duitstalig Zwitserland zie ik daar niet bijkomen. Overigens zijn de huidige wrijvingspunten tussen Oost- en West-Duitsland hoofdzakelijk een centenkwestie in plaats van een kultuurkwestie. De gevolgen van de ekonomische tegenstelling tussen kapitalisme en kommunisme maken nu een wederopbouw-solidariteit noodzakelijk waarvoor de westelijke basis eigenlijk amper groot genoeg is. Hoe groter de basis om op terug te vallen, hoe doeltreffender de solidariteit: voor de gever omdat een grotere basis alles draagbaarder maakt, voor de ontvanger omdat met een grotere basis de beschikbare middelen groter zijn. Ik kom daar straks nog even op terug om het konservatisme van onze zichzelf progressief noemende politiekers in de verf te zetten.
Als ik over ééntalige staten spreek dan heb ik twee zaken voor ogen. Eerst het sociokulturele verschil dat tot konflikten kan leiden en waar België een schoolvoorbeeld vormt van hoe het n�*et moet. En dan het bestuurstechnische geld- en energieverslindende vertaalprobleem, waarbij opnieuw België het slechte voorbeeld geeft door haar ingezetenen op achterstand te zetten met ze vóóraleer een broodnodige wereldwijde lingua franca aan te leren, tijd en energie te doen verspillen in de tweede landstaal. Omdat we één land zijn, heet dat dan. Welnu, als dat één land zijn zo een hinderpaal vormt, ruim je dat beter op. Een staat is een middel, geen doel. Je richt een staat in om het volk te dienen, en je laat dat niet perverteren tot een volk of volkeren die een staat moet dienen, want dat ga je weer de feodale toer op. Het verschil is meer dan subtiel.
Meertaligheid in één staat kan alleen als één van die talen (of een neutrale lingua franca) dominant wordt én als gelijk de "tweederangstaal"-sprekers daar geen graten in zien. De Friezen die je ten tonele voert hebben er blijkbaar geen last van dat ze niet onafhankelijk zijn, en het Fries niet de status van het Nederlands heeft. Wie ben ik om daarover te oordelen? Als ze dat zelf best vinden, goed dan: ze moeten dat zelf afwegen. Ik gebruikte het begrip irritatie: die is daar (althans voor zover ik weet) niet zichtbaar aanwezig. Anders dan bij ons, waar de meerderheidstaal de tweederangstaal is, wat ons mateloos irriteert, en waar een van de minderheidstalen tot de grondwet toe aan haar hielen lapt om zich te pas en te onpas op te dringen en voorrechten opeist tegen alle onderhandelde afspraken in. Daar is dus alvast een bestuurstechnische reden om te splitsen, en als je dan ook waarneemt dat het niet blijft bij taalperikelen, maar dat de onderliggende kultuurverschillen van die aard zijn dat ze dagelijks voor ekonomische, organisatorische en aanverwante haaks op elkaar staande standpunten leiden, dan is het beter elk zijn eigen weg te laten gaan. Het solidariteitsargument zakt hier als een kouwe soufflé in mekaar. Walen zijn als ontvanger tien keer beter af met de solidariteit van 60 miljoen Fransen, dan met die van 6 miljoen Vlamingen. Vlamingen zijn meer dan vier keer beter af met de solidariteit van 16 miljoen Nederlanders, dan met die van nog geen vier miljoen Walen. Als eerste stap naar een Europese solidariteit is dat stukken beter dan de lulkoek die onze "progressieve" politiekers ons door de strot proberen te rammen.