Hier uit onverdachte bron, nl. de Koning Boudewijn Stichting:
Islam en moslims in België. Lokale uitdagingen & algemeen denkkader
Volgende gegevens:
3.2. Demografische en sociale aspecten
De cijfers gehanteerd door de Moslimexecutieve van België en de schattingen van deskundigen maken gewag van zo’n 400.000 mensen wiens erfgoed bepaald is door de islamitische religie. Deze mensen van ‘moslimorigine’ (of afkomstig van een islamitisch land) vertegenwoordigen dus 4% van de totale Belgische bevolking. Dit aantal omvat:
- personen met de nationaliteit van land van herkomst op 1 januari 1999: Marokko (125.082), Turkije (70.701), Algerije (8.452), Tunesië (4.243), Bosnië (1.995), Pakistan (1.975), Libanon (1.098 ), Iran (1.007), Syrië (699), en Egypte (613) - op een totaal van 215.865. Hieraan moeten de moslims afkomstig uit Afrika en Indonesië worden toegevoegd.
- De genaturaliseerden (met de Belgische nationaliteit). Sinds de wetswijzigingen in 1984 en 1991 (automatische toekenning van de Belgische nationaliteit aan kinderen van de 3de generatie en versoepeling van naturalisatie voor de 2de generatie) is hun aantal gevoelig gestegen. Tussen 1985 en 1997 werd de Belgische nationaliteit toegekend aan 113.842 personen afkomstig uit moslimlanden. Ongeveer 8.000 Marokkanen en 6.000 Turken deden jaarlijks een beroep op naturalisatie en dit vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wet van 2000 op de verdere versoepeling van nationaliteitsverwerving.
- De politieke vluchtelingen: 6.589 mensen afkomstig uit islamitische landen (o.m. Kosovo, Pakistan en Turkije) vroegen politiek asiel aan in 1998. Sindsdien hebben de Afghanen zich ook hierbij gevoegd.
- De bekeerlingen van Belgische afkomst. Hoewel we niet over officiële statistieken beschikken en er geen betrouwbare bron lijkt te zijn, wordt hun aantal geschat op 3.000 �* 15.000 personen.
- De kinderen uit islamitische families, geïmmigreerd of niet, die bij geboorte de Belgische nationaliteit verworven hebben, dienen hier ook aan toegevoegd te worden. Hun aantal is niet bekend gezien ze van bij de geboorte geregistreerd werden als Belgen.
Deze cijfers mogen niet letterlijk genomen worden gezien ze het resultaat zijn van een problematische zoniet twijfelachtige methodologische constructie. In tegenstelling tot het Verenigd Koninkrijk, waar men recent gestart is met de registratie van religie op basis van zelfidentificatie, stelt de inventarisatie van het religieuze behoren en van etnische afkomst bij ons een groot probleem. Bij gebrek aan betrouwbare statistische meetinstrumenten wordt het aantal moslims in België afgeleid van de nationaliteit van het land van herkomst. Dit roept een aantal vragen op: wat met het aantal bekeerlingen van Belgische afkomst of met de als Belg geboren moslims met niet-Belgische of genaturaliseerde ouders?
Deze manier van tellen leidt tot de essentialisering van de relatie van individuen tot religie. Alsof het religieuze behoren van mensen afkomstig uit islamitische landen een vanzelfsprekendheid zou zijn. In tegenstelling tot wat deze simplificatie doet uitschijnen, zijn het behoren tot en de referenties naar islam zeer divers en uiten ze zich op verschillende manieren: de teleologisch-spirituele dimensie (waarbij het geloof de incarnatie is van een levensfilosofie en de zin van het leven definieert vertrekkende van een relativering van het aardse leven), de ethisch-normatieve dimensie (betreffende de gedragsregels en rituelen), de culturele dimensie (over de esthetische aspecten van de religieuze rituelen en tekens), de beschavingsdimensie (die voorgaande elementen inschrijft in een pluriseculaire dynamische geschiedenis), en de politieke dimensie (waarbij islam gebruikt wordt als een basis waaruit zich socio-politieke krachten ontwikkelen). De verschillende verwijzingen naar islam bevinden zich dus tussen de polen van dit brede spectrum. Bovendien lijkt alles erop te wijzen dat het individualiseringsproces binnen deze gemeenschappen fenomenen als hybridisatie, afstandname van de orthodoxie en religieus syncretisme of zelfs apostasie, met zich meebrengt.
Één van de demografische karakteristieken van de moslimbevolking die benadrukt dient te worden is het belang van het aantal jongeren. Wanneer we kijken naar de twee meest zichtbare gemeenschappen namelijk de Turken en de Marokkanen, dan blijkt dat de moslims een gemeenschap vormen die gekenmerkt is door de jonge leeftijd. Ongeveer 35% van de personen die deel uitmaken van deze gemeenschappen is jonger dan 18 jaar. De bevolkingspiramide voor beide groepen is gekenmerkt door een recente immigratie. Dit blijft niet zonder gevolg. Het is bijvoorbeeld opmerkelijk dat
25% van het aantal -20 jarigen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van moslim herkomst is. Of ook dat Sarah en Mohamed in het jaar 2002 de meest gebruikte voornamen waren in het Brusselse gewest.