Los bericht bekijken
Oud 27 september 2019, 11:37   #10
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 16.281
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Piero Bekijk bericht
Ter introductie nog het volgende uit de Vita (van Flavius Josephus):
1) ... Toen ik terugreed zag ik een groot aantal krijgsgevangenen, die aan kruisen hingen. Drie daarvan herkende ik als vroegere kennissen. Ik was zeer ontdaan en in tranen ging ik naar Titus toe en vertelde hem wat ik had gezien. Hij gaf meteen opdracht om hen van het kruis te halen en hen zo goed mogelijk te verzorgen, zodat ze weer zouden kunnen herstellen. Twee van hen stierven onder de handen van de arts. De derde overleefde het.

Nadat Titus een eind had gemaakt aan de onlusten in Judea, had hij mij daar een landgoed in de vlakte geschonken.
Deze tekst doet denken aan de kruising van Jezus met twee anderen en de kruisafname door Joseph van Arimathea. De schrijver hiervan is Flavius Josephus, de zoon van Mathea, dus 'Jozef bar Mathea' en deze had een stuk land verworven nabij de plaats waar de kruisen stonden. Toeval?

De bron: https://verbodengeschriften.nl/html/...-josephus.html
Wie de moeite heeft genomen om een kwart van de gelinkte bron te lezen, het gedeelte Pierre Krijbolder, ziet veel stof voor discussie. Te veel misschien. Ik beperk mij daarom voor de duidelijkheid eerst tot de kruisiging. Krijbolder voegt aan het voorgaande toe (zie link):
Nu kan men dit alles toeval noemen. Tegen toevalsdenkers heb ik geen verweer. Met het argument 'toevallig' kan men elke evidentie torpederen. Voor de nuchtere denker is de kans dat Josephus en de vier evangelisten twee verschillende gebeurtenissen rapporteren even groot als de kans dat er ergens in het heelal een tweede aarde bestaat met als enig verschil dat op die andere aarde de toren van Pisa recht staat. Er zijn in de geschiedenis zeer frappante voorbeelden van toeval, maar zij bestaan dank zij een?*veelheid?*van informatie van?*alle kanten.?*Dat een geval van kruisiging in het begin van onze jaartelling, een periode waarover wij naar onze begrippen gebrekkig geïnformeerd zijn, verslagen wordt door vier evangelisten en een onverdacht historicus, maakt het kanstechnisch onmogelijk te geloven dat hier sprake is van twee verschillende gebeurtenissen. Het staat daarom met een aan wiskundige zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vast dat het enige biologische element van het evangelische leven van Jezus van Nazareth, dat men als vast gegeven tot nu toe heeft gemeend te moeten handhaven, ontleend is aan een gebeurtenis uit het jaar 70 na Christus. De belangrijke vraag, hoe het dan komt dat reeds lang voor het jaar 70 gesproken wordt over een gekruisigde Jezus, wordt behandeld in hoofdstuk 18.
Net als Krijbolder kan ik dat niet zien als toeval. Nu heb ik zijn hoofdstuk 18 niet gelezen en kan ik dus onbevoorootdeeld mijn interpretatie van dit toeval geven. Ik verdenk Flavius Josephus er van de vier evangeliën te hebben geschreven, ondanks, ja dat besef ik ook wel, de verschillen en speciaal het afwijkende evangelie van Johannes. Ik acht hem daartoe in staat, want ik neem aan dat hij zich in Rome verder heeft ontwikkeld en verdiept in de Griekse filosofie en de wetenschappelijk schrijfstijl.

Mijn conclusies.
Joseph van Arimathea is in het verhaal van de passie feitelijk een bijfiguur. Die persoon en naam kon gemist worden. De begrafenis is wel belangrijk omdat er nog een herrijzenis moet volgen. En toch is Joseph van Arimathea vermeld door alle vier de evangelisten. Ze vertellen dat nota bene een priester en farizeeër, iemand die door Jezus is uitgemaakt voor alles wat niet deugt, diep bewogen is door de dood van Jezus en hem van het kruis afneemt en begraaft. En ze geven zijn naam. Dit is onmiskenbaar de versleutelde handtekening van de geniale schrijver van deze verhalen. Hiermee claimde Josephus bar Mathea het auteurschap en hij heeft dit waarschijnlijk onthult aan zijn meest intieme vrienden. Hij eisde de eer op als uitvinder van het christebdom. Hij kan de evangeliën in de loop van decennia hebben vrijgegeven via diverse relaties als teksten die hem in handen waren gevallen. Het eerste deel, de kern van Matteus met alles wat de synoptische evangeliën gemeen hebben, ca 50 of 60 % van de tekst, heeft hij waarschijnlijk als eerste aan Essenen toegespeeld.

Dit verklaart waarom Flavius Josephus de geschiedenis van de Joden van 4 v.C. tot de opstand van het jaar 66 vrijwel niet behandelt en waarom hij de christenen niet noemt. Hij wilde geen conflicten met zijn evangelies en de Handelingen van de apostelen. Hij heeft Jezus en diens kruisiging en Jacobus wel genoemd in zijn historische werk, maar zonder uit te weiden. De eerste christenen heeft hij niet beschreven. Hij zegt alleen dat er in zijn tijd nog volgelingen zjjn van die Jezus. Een vage opmerking want waar zijn die dan? In Rome of Antiochië? Terwijl hij toch alles wist over de sekten van zijn tijd, de Farizeeërs, Sadduceeën en Essenen. Die christenen van de Handelingen bestonden dan ook niet. Die schiep hij zelf in de jaren 80 tot 100 en ze komen tot leven in de brieven van Paulus en de Handelingen van de apostelen.

Dit geheime hoofdwerk van Josephus zal in de smaak zijn gevallen van een heleboel messianistische Joden in de diaspora. Ze vonden daarin inspiratie voor hun geloof en instructies voor hun organisatie en levenswijze als verlichte Joden, trots op hun geschiedenis en uitverkoren door God om een messias en evangelie te ontvangen.

Laatst gewijzigd door Piero : 27 september 2019 om 12:06.
Piero is offline   Met citaat antwoorden