Art. 5.Artikel 1 en artikel 3, 1° van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2018.
Artikel 2 en artikel 3, 2° van dit besluit treden in werking op 1 april 2018.
De vóór 1 april 2018 van kracht zijnde bepalingen van artikel 230 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, blijven echter, zolang zij voor de gerechtigde gunstiger blijven, tot en met 30 juni 2018 van toepassing, op voorwaarde dat de gerechtigde al vóór de inwerkingtreding van dit besluit dezelfde toegelaten activiteit heeft uitgeoefend en de toelating sinds 1 april 2018 [1 in voorkomend geval na een hernieuwing voor een beperkte duur die geen twee jaar overschrijdt, niet gewijzigd is]1.
Eerste zin van ART. 5 is datum van uitwerking besluit.
Tweede zin van ART.5 word de gunstige cumulatieregeling gekozen of behouden voor progressieve werknemers van voor 1 APRIL 2018 en dit konden zij tot en met 30 juni 2018 zolang de voorwaarde niet gewijzigd is.
[1 Onverminderd de toepassing van de regeling bedoeld in artikel 230 ", § 1bis van het voormelde koninklijk besluit van 3 juli 1996, zoals vervangen bij artikel 2, 2° van onderhavig besluit, blijven voor de gerechtigde wiens uitkering verschuldigd voor 30 juni 2018 met toepassing van de garantiemaatregel bedoeld in het vorige lid is berekend, vanaf 1 juli 2018 de vóór 1 april 2018 van kracht zijnde bepalingen van artikel 230, § 1 van het voormelde koninklijk besluit van 3 juli 1996, zolang zij voor hem gunstiger blijven, van toepassing, op voorwaarde dat de activiteit die effectief wordt verricht op basis van de toelating, in voorkomend geval na een hernieuwing, niet gewijzigd is.
Derde zin zal de gekozen of behouden gunstige cumulatieregeling van voor 1 April 2018 tot en met 30 juni 2018 na 1 juli 2018 van kracht blijven met een toepassing van garantiemaatregel zolang de voorwaarden in ART.5 niet gewijzigd is .
Er is geen enkele “GROND” om oude gunstige cumulatieregeling te wijzigen naar nieuwe ongunstige cumulatieregeling zolang de voorwaarden in ART 5 niet gewijzigd is.
Ook niet bij bijkomende zieke dagen vb. griep.
Dit kan enkel als voorwaarden in ART.5 gewijzigd is door,
Adviserende Arts/werkgever.
RIZIV hanteert enkele woorden “zolang zij voor hem gunstiger blijven”uit derde zin van ART.5 zonder heel de wettelijke context van derde zin ART.5 te gebruiken.
Hiermee creëert RIZIV een foute interpretatie van wettekst ART 5 die ongrondwettelijk is , om al die mensen conform ART.5 onderuit te halen.
(maandelijks – 175 euro !!!)
Er is/was GEEN GROND voor, zolang voorwaarden niet gewijzigd zijn in ART.5
En nogmaals dit kan enkel gewijzigd worden door Adviserende Arts/Werkgever.
Laatst gewijzigd door Deo : 21 februari 2020 om 14:29.
|