Dit waren dan de drie Milesische natuurfilosofen, die een natuurlijke grondslag van de werkelijkheid van het heelal bedachten:
Thales met het water.
Anaximandros met een soort van chaotische oneindigheid, overeenkomstig de Griekse mythologie dat in den beginne de Chaos was.
Maar meer filosofisch dat daaruit alle tegenstellingen geboren werden.
En Anaximenes met de lucht als principe.
Later hebben we nog Heracleitos met het vuur als grondslag.
In de Eleatische filosofie ook nog de aarde tegenover het licht.
En Empedokles vat ze alle vier samen: water, lucht, vuur en aarde.
En aldus zien we al reeds een overgang naar de natuurkunde met zijn 4 aggregatietoestanden: vaste stof, vloeistof, gas en plasma.
|