Een Vlaming, een Catalaan en een Schot zaten samen in de kroeg. Tijdens hun gesprek bleek dat ze alledrie zo problemen hadden met hun minderjarige dochters.
Jawadde, zei de Vlaming, ik was onlangs op haar kamer en ik zag toch wel een pak sigaretten liggen op haar nachtkastje zeker. Ik heb toen een hartig woordje met haar gehad en haar gewezen op de gevaren van roken.
Ach kerel, zei de Catalaan. Hoe denk je dat ik me voelde toen ik onder haar bed een halflege fles rum zag? Ik heb de rest vd fles maar uitgegoten en de jongedame haarfijn uitgelegd dat er onder mijn dak geen sterke drank komt.
Ja, zei de Schot, ik was ook ferm verbaasd toen ik mijn dochter haar kamer binnenkwam en een condoom op de grond zag liggen. Amai gast, zeiden de anderen, je hebt haar toch flink de levieten gelezen?
Ge moogt gerust zijn, zei de Schot. Ik heb haar gezegd dat ik het niet netjes vindt dat ze ballonnetjes vult met water en dan tegen de mensen gaat smijten.
|