Ik weet niet of het staatsonderwijs voor de jaren 50 zo slecht was. Wel is het zo dat het gedurende een aantal decennia de klassendiscriminatie wist uit te bannen zonder aan nivellering te doen. De paradox van de toenemende sociale welvaart was natuurlijk wel het ontstaan van een consumptiemaatschappij die de aandacht wegneemt van abstractere, literaire, filosofische, ethische inhoud, met nivellering tot gevolg. (Wat men tegenwoordig 'filosofie' noemt, is veelal gewoon 'debatteren'). Het valt dan ook te vrezen dat indien werk gemaakt zou worden van 'kwalitatiever onderwijs' dit vooral de economie ten goede zal komen, terwijl de meer fundamentele takken van het weten verwaarloosd blijven. Daarnaast zag de gegoede middenklasse in de inhoudelijke nivellering een kans om haar positie te versterken: 'vaardigheden' zonder inhoudelijke hefbomen bevoordelen immers het behoud van de bestaande klassenposities. Dit alles bevestigt enkel dat wie 'meer' wil steeds ook 'hoger' en 'beter' moet willen, anders zakt elke tijdelijke 'vooruitgang' iets later weer in of wordt ze zelfs regressief. 'De staat' heeft daar weinig mee te maken.
Laatst gewijzigd door Der Wanderer : 28 juni 2020 om 07:09.
|