Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door CUFI
Zie Patrick,
Evolutie gebeurt door de seksuele voortplanting. Wat aanwezig is komt van 2 organismes samen in 1 nieuw geslacht.
Is daar bv een mutatie, dan gaat die teniet in het grotere geheel omdat die ene mutatie van die 2 organismes in het nieuwe geslacht niet kan overheersen.
Hoezo en waarom? Zulke mutaties zijn zeldzaam. We ervaren mutaties toch ook bij onze soort? Diverse mensen die geboren worden met een mutatie. Maar die mensen wegen niet op tegen de aanwezige variatie in onze genenpoel. Er is een dominantie die die mutaties geen kans geeft tot doorbreken.
|
In tegenstelling tot uw bewering ken je dus blijkbaar zoveel niet van Mendeliaanse erfelijkheid. Mutaties blijven immers behouden als ze neutraal zijn. Nu ja, statistisch is er een kans dat ze groeien, of uitsterven, vooral in het begin, maar in Mendeliaanse erfelijkheid is er behoud van genenpool in gemiddelden.
Als er dus een mutatie ontstaan is bij een individu, zal dat individu dat aan de helft van zijn nakomelingen doorgeven. Als die 2 nakomelingen heeft, wat gemiddeld gezien zo is voor een stabiele populatie, dan gaat er dus gemiddeld gezien die mutatie telkens in 1 individu blijven doorgegeven worden. Door statistische fluctuaties kan dat kleine getal op 0 vallen en dus verdwijnen, of wat uitvergroten.
Dat is zo wat betreft een neutrale mutatie.
Als die mutatie echter een voordeel geeft, dan gaan de dragers van die mutatie gemiddeld meer nakomelingen hebben dan zij die die mutatie niet hebben. En gaat het aandeel van zij die die mutatie hebben in de groep, toenemen he.
Stel dat die mutatie ervoor zorgt dat een leeuw rapper kan lopen. Dan gaan de nakomelingen van de leeuwin die die mutatie had, meer kunnen jagen, en gemakkelijker overleven, dan de nakomelingen van de anderen. Op den duur gaat gans de groep leeuwen die "in contact zijn met elkaar" die mutatie hebben, want alle anderen zijn uitgestorven.
Maar de groep leeuwen aan de andere kant van de bergketen gaat die mutatie nooit hebben. Die gaan er een andere hebben, waarbij ze sterkere kaken hebben.
Als er zo 40 of 50 mutaties opgetreden zijn in elk van die groepen, dan zijn die twee groepen zodanig veranderd dat ze elkaar niet meer herkennen als soortgenoten. We hebben dan twee leeuwensoorten die nu gescheiden soorten geworden zijn he. De ene loopt rapper, is wat kleiner geworden, heeft grotere neusgaten en een betere longwerking, de andere heeft steviger tanden, is groter geworden, heeft sterkere kaken en zo voort.
Doe dat nog wat langer, en aan de ene kant heb je een jachtluipaard, en aan de andere kant een grottenleeuw.