Epos.
4 - Jezus sterft aan een gebroken hart.
Inmiddels waren er steeds meer mensen toe komen stromen uit de stad om Jezus te bekijken. Nu ze zagen dat Hij daar zo weerloos hing was hun haat veranderd in nieuwsgierigheid en medelijden. Die arme Jezus, dachten ze, waarom verbeeldde Hij zich toch Koning over hen te zijn? Hij was maar een arme drommel zoals zij zelf waren. Waar waren al die wonderen nu, die Hij verricht zou hebben? Maar misschien was Hij ook wel werkelijk een God. Wie weet?
Zo waren er allerlei gemengde gevoelens en gedachten. En er vormden zich groepjes die over Jezus begonnen te discussiëren, maar er waren er ook die hun picknick mandje hadden meegenomen om er een leuke middag van te maken. Weer anderen zongen lofliederen ter ere van Jezus.
Ja, ook Kajafas en Pilatus en vele priesters kwamen kijken hoe Jezus het maakte. Het leek hen wel alsof Jezus hun Zoon had kunnen zijn. Maar sommigen van hen konden niet nalaten met Jezus te spotten en riepen: "Kom eens van je kruis af Jezus, want als je werkelijk een God bent moet dat toch een kleine moeite zijn!"
|