Discussie: Molenbeek
Los bericht bekijken
Oud 18 maart 2005, 01:24   #4
smiley
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
smiley's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 8 juli 2004
Berichten: 10.199
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Vicky
Niet iedereen leest het! Misschien zouden we de zes afleveringen hier eens moeten overnemen.
,,Moslimjongeren staan klaar voor terroristische actie’’
Als woorden niet helpen, zijn andere middelen gerechtvaardigd

,,Ik ben Hind, een Vlaamse studente die een thesis voorbereidt over islambeleving in Brusselse gettowijken.’’ Vaak moet ik dan even slikken. Van mijn eigen leugen. Want ik ben geen studente. De thesissmoes dient als dekmantel voor mijn journalistiek werk. Mijn opdracht? Ontmasker moslimextremisten in Sint-Jans-Molenbeek, het Klein-Marokko van onze hoofdstad.

Hier sta ik dan, op een winteravond in Molenbeek. Het is koud en donker. Niettemin neem ik de tijd om goed een blik te werpen op de Rue De Ribaucourt. Ik zie een straat aan een druk kruispunt, een straat aan een marktplein, een straat in een volkswijk, een straat met verdachte handeltjes, een straat met hangjongeren en een Marokkaanse winkelstraat in het centrum van Molenbeek. Dit alles is de Rue De Ribaucourt. Ik noem het ,,mijn straat’’. Hier woon ik twee maanden als licentiate sociologie. Tenminste, zo stel ik me voor aan Molenbeekse moslims.

Het is acht uur ’s avonds, dag 1 in mijn onderzoek. Mijn flatgenote Amira wacht me vriendelijk op. Ik heb Amira leren kennen via de Molenbeekse tamtam. Die werkt razendsnel in een moslimdorpje van ons-kent-ons. Ik vertel aan Molenbeekse winkeliers dat ik een studentenkot zoek. Molenbeekse winkeliers kennen een Marokkaanse Amira, slachtoffer van partnergeweld. Amira woont nu alleen maar zit in geldnood. Een studente als ik zou arme Amira wel kunnen helpen met de huur. Hier stopt de tamtam en ik trek gauw in bij Amira.

Samen wonen we in een klein krot twee hoog in De Ribaucourt. Vooral ’s avonds maken we ons druk om het kapotte licht in de keuken. Ergernis nummer twee is het gebrek aan warm water. Iedere ochtend wacht me letterlijk een koude douche. Dan is er nog de houten binnendeur, oud, vies en dik bruin gelakt. Amira vindt het maar niks. ,,Zelfs in de Marokkaanse sloppen tref je nog mooiere deuren. Werkelijk, heeft een Europese stad zulke krotten?’’

Amira kan haar teleurstelling over België niet verbergen. Voor de negenentwintigjarige Marokkaanse is het een achterlijk, veel te duur, regenachtig land. Brussel vindt ze maar vies, vooral de straatarchitectuur van onze hoofdstad kan haar niet bekoren. ,,Te ouderwets’’.


Verse importbruid


Grote desillusies verteren Amira, de verse importbruid uit Marokko. Twee jaar geleden was ze nog vrij en gelukkig in haar thuisland. Maar plots stond hij daar. ,,Hij’’, vertelt Amira, ,,niet de ware, niet de zoete, niet mijn liefje. Gewoon hij, een vreemde Belgische Marokkaan.’’ Die vreemde man beloofde Amira el ghariej, het buitenland, in ruil voor een huwelijk. Maar Amira droomde niet van el ghariej. ,,In Marokko kwam ik niets te kort. Ik had een leuke job en was gelukkig omringd door familie en vrienden.’’ Toch gaf Amira haar jawoord aan die Marokkaanse vakantieganger uit België. ,,Niet de liefde maar het lot overviel me. Ik kwam naar België, mijn man sloeg me en mijn huwelijk flopte.’’


Ondanks alle ellende wil Amira nog niet weten van een terugkeer naar Marokko. ,,Eerst wil ik een OCMW-uitkering’’, zegt ze vastberaden en prompt geeft ze me advies. ,,Weet je, jouw ouders hoeven niet te betalen voor jouw studies. Ga gewoonweg naar het OCMW, ze geven ook geld aan studenten.’’

Het is inmiddels nacht in Molenbeek. Een korte, krachtige sirene schrikt mij op uit mijn slaap. Wanneer ik uit het raam kijk, zie ik een anonieme politiewagen met blauw zwaailicht. Een jonge Marokkaan wordt in de boeien geslagen. Ik hoor mezelf zachtjes zingen: ,,Het leven dat we leven is het leven van de straat. Macht en geld is waar het leven over gaat. Wie geeft je liefde en wie geeft je haat. Wie wordt je vijand en wie wordt je maat.’’ Met het rapliedje van de Nederlandse Ali B. kruip ik weer het bed in.


Op zoek naar de sjeik


Vraag me niet waarom maar ’s ochtends ben ik meestal suïcidaal, heel eventjes maar. Het is telkens diezelfde vraag die me plaagt wanneer ik met moeite mijn ogen open. ,,Hind, wat doe je in dit leven?’’, vraagt het stemmetje me. Een antwoord blijft altijd uit en gelukkig dut ik snel weer in. Deze ochtend was echter anders. Stemmetje was opdringerig en had een nieuwe vraag. ,,Pssst, slaapkop, waaraan ben je in godsnaam begonnen?’’ Ik wrijf kinderlijk in mijn ogen, rek me uit en zeg: ,,ik ben een journaliste in Molenbeek, op zoek naar moslimextremisten. Ik weet waaraan ik begin. Stemmetje kan de pot op en ik ga de stad in. Zelfverzekerd zoek ik Belgiës beruchtste moslimextremist: de Syrische sjeik Bassam Ayachi, een naam als een klok in het Brusselse.’’


Bassam is de bezieler van het in 1997 opgerichte Centre Islamique Belge (CIB). Deze radicale moslimvereniging kwam twee jaar geleden in opspraak met paramilitaire scoutskampen en propaganda voor de terreurgroep Al-Qaeda. Het CIB diende ook als moskee waar islamitische trouw- en echtscheidingsakten werden uitgegeven. Zo sloot Bassam in 1999 een huwelijk tussen de Tunesiër Abdessatar Dahmane en de Brussels Marokkaanse Malika Al Aroud. De Tunesiër is een van de moordenaars van de Afghaanse oppositieleider Massoed. Vermoedelijk gebeurde die moord in opdracht van Osama Bin Laden, twee dagen voor de aanslagen op 11 september in New York. Sinds al die commotie lijken Bassam en zijn CIB met de noorderzon verdwenen. Molenbeekse moslims waarschuwen me. ,, De staatsveiligheid zit Bassam op de hielen. En pas op, dat hij je niet indoctrineert. Als je hem vindt tenminste.’’


Hartje Molenbeek


,,Kijk eens rond in de Rue Van Derdussen, daar zou je Bassam moeten vinden’’, tipt een Marokkaanse ambtenaar. Rue Van Derdussen ligt in hartje Molenbeek, het is een straat vol smalle rijhuizen, met hier en daar een winkel. Ik spreek enkele mensen op straat aan maar niemand weet waar Bassam is. Na een lange, vruchteloze zoektocht in de Van Derdussen en omgeving begin ik op te vallen bij enkele straatjongeren. ,,Mmm, meisje.’’, fluistert een jongeman terwijl hij rakelings langs me scheert. Het is valavond en ik voel me niet meer op mijn gemak. Mijn laatste redplank zijn de lokale winkeliers, ze weten tenslotte alles over hun medina. ,,Bassam?’’, zegt de vishandelaar. ,,Hier, ik heb zijn visitekaartje. Hou het maar bij.’’


De volgende dag heb ik een afspraak met Bassam. In de Rue De Piers bel ik opnieuw aan bij nummer 14. Niemand opent de deur en net wanneer ik besluit om huiswaarts te keren, stappen drie mannen naar me toe. De folkloristische figuur van het trio draagt een lange, grijze tuniek, een tulband op het hoofd en heeft een witte baard. Dit is de Syrische sjeik Bassam Ayachi, denk ik bij mezelf. ,,Vrede zij met u, ik ben studente sociologie.’’, zeg ik in het Arabisch. Bassam groet me terug maar een handje schudden doen we niet. Ik ben immers een vrouw, en hij een man.


Dreigbrieven


Bassam klopt tweemaal op de deur en roept een beetje bars in het Frans: ,,Ik ben het.’’ Een jongeman laat ons binnen in nummer 14, een vies, verlaten en vervallen pand. Zodra ik binnen ben, besef ik het risico van mijn opdracht. Ik zit in mijn eentje in een vreemd huis vol moslimextremistenen doe me voor als een studente. Even flitst het door mijn hoofd: adres Rue De Piers, aan mijn ouders gegeven met de nadrukkelijke vraag in te grijpen als ik niet terugbel binnen twee uur, redactiechef Gunther een berichtje gestuurd: ‘heb afspraak met beruchte extremist’. Dagelijks stuur ik Gunther een sms, zeg maar een teken van leven. Meer kan ik niet doen om mijn veiligheid te verzekeren, besluit ik. Niettemin blijf ik op mijn hoede want de beruchte Bassam is ook de man die een dreigbrief schreef naar de Franse oud-minister van Binnenlandse Zaken, Nicolas Sarkozy. ,,Wanneer de dood mooi wordt’’, titelde Bassam en hij dreigde met zelfmoordaanslagen als er geen einde kwam aan het hoofddoekverbod in Frankrijk.


Ondanks alle opschudding die Bassam en het CIB veroorzaakten, omschrijft hij zichzelf niet als extremist. ,,Een moslimextremist is iemand die meent dat moslima’s geen hoofddoeken moeten dragen en dat een islamitische staat mogelijk is zonder islamitische wetgeving. Kortom, iemand die nieuwe, Westerse noties geeft aan de islam. Zo evolueren we naar een christelijke islam. Dat is extremisme.’’


Pedo’s en homo’s


Volgens de Syriër zullen de Europeanen zich niet langer verzetten tegen pedofilie. ,,Want homoseksualiteit is niet meer uit den boze in Europa. Binnen dertig jaar zal ook de strijd tegen kindermisbruik afnemen en krijgen pedofielen vrij spel, net als homo’s. Dit alles omdat Europeanen zich willen laten leiden door zogenaamde natuurlijke wetten. Wel, dieren hebben ook een natuurlijke gang van zaken, ze plegen om de haverklap incest. Moeten we dan ook zoals de beesten worden: broer bekruipt zus, zoon bespringt moeder? Mooi is dat.’’


De Europese vrijheid is destructief, besluiten Bassam en zijn aanhangers die almaar talrijker worden in het rommelige pand. Van een jihad, een heilige oorlog, in België wil het bonte gezelschap niet weten. ,,De Belgische staat geeft ons eten, drinken en werk. Maar een jihad voer je allereerst met woorden. Als dat niet helpt, zijn andere middelen gerechtvaardigd om de onderdrukker uit te schakelen. De Fransen hadden daar een mooi woord voor: la résistance. Wij houden het bij woorden maar voldoende Brusselse jongeren voelen zich uitgedaagd door de wereldpolitiek en willen acties ondernemen, terroristische acties.’’, zegt een kleurrijke figuur in het gezelschap. De anderen knikken instemmend. Voldoende jongeren, misschien ook jongens van de moslimscouts?


Islam spelenderwijs


,,Met onze moslimscouts willen we spelenderwijs islamwaarden meegeven aan dolende jongens. De beschuldiging dat we paramilitaire zomerkampen zouden organiseren is vals. De bosspelen met onze padvinders zijn onschuldig vertier. Ons centrum is geen poort naar Afghanistan en banden met Al Qaeda hebben we niet. Toch blijven de veiligheidsdiensten ons in het oog houden. En dat zijn we beu. Eerder sloot de overheid ons lokaal wegens mijn politiek getinte vrijdagpreken. Een ander gebouw in de Albert Vanderkinderestraat brandde uit in mei 2002.’’ Brandstichting, vermoedt Bassam.


Voor de Brusselse buitenwereld houden Bassam en de zijnen zich koest. ,,Maar we hebben nu een geheime ontmoetingsplaats, kwestie van onze lokalen te beschermen en in alle rust onze activiteiten te houden.’’ In het geheime gebouw zouden moskeegangers en zo’n honderdtal moslimscouts samenkomen. Na twee maanden in Molenbeek weet ik nog niet waar de bende van Bassam zich ophoudt. Ik ben als jonge studente (een vrouw!) veel te zelfstandig en ben niet door zijn selectie geraakt.

14/03/2005

2de aflevering...

Draag een boerka of brand in de hel!
Die vrijdag in een moskee in Molenbeek

,,Oh, draag mijn hoofddoek'', reageert flatgenote Amira als ik zeg dat ik mijn sluier thuis vergeten ben. Ik wikkel Amira's doek nonchalant rond mijn hoofd, bekijk mezelf in de spiegel en vraag me af hoe deugdelijkheid kan schuilen onder een flinterdunne stof. Zit de ondeugd niet in de ogen, ook al sla je ze neer? Ik moet denken aan de uitspraak van Yoesoef Qardawi, een bekende, conservatieve islamgeleerde: alles is door het kijken ontstaan; een vonk kan in een vuurzee overslaan. Een blik, een glimlach, een knik met het hoofd; dan een praatje, een belofte, de warmte van een bed. Ogen, of nee, héél het lichaam is gevaarlijk. Verstop het onder een boerka, alleen zo zijn we kuis. Ik kijk nog indringender in de spiegel. ,,Is de warmte van een bed dan zo'n zonde?''

Brrr, ik moet naar de badkamer. In mijn Molenbeekse flat is dat een piepkleine ruimte waar het nimmer warm is. Het raam staat er altijd op een kiertje, om het snoer van de satellietschotel door te laten. Het koude hol heeft geen verwarming, geen warm water en geen gordijnen voor het raam. De buren gluren en ik verkleum tot op het bot. Toch prevel ik de naam van Allah en begin aan de woedoe , de kleine wassing. Moslims moeten immers de kleine wassing verrichten voordat ze aan het gebed beginnen. Bidden doe ik vandaag in de moskee want het is vrijdag. Dan geven imams een preek en komen jong en oud samen om te knielen voor God .

Het is na de noen en op straat krioelt het meer dan anders van de moslims. De moskee is hun bestemming. Ikzelf ga richting Zwarte Vijvers, in het hartje van Molenbeek. Wat nu?, vraag ik mezelf. Molenbeek-city en nergens een moskee te bespeuren. Aan een man in djellaba vraag ik naar de dichtstbijzijnde gebedsplaats. ,,Daar, mijn meisje, daar'', wijst hij naar een anonieme bruine deur. Zou ik? Durf ik? Ik open voorzichtig de deur en zie een lege koer zonder beweging. Plots staat een man met tulband en lange baard achter me. Helemaal in het wit gekleed, kijkt hij me streng aan. Een beetje bang vraag ik: ,,Is dit een moskee?'' De man knikt ja en zijn ogen met dikke kohlstrepen priemen in mijn lijf.

Bijna iedere vrijdag, twee maanden lang, stel ik op straat dezelfde vraag: waar is de nabijgelegen moskee? Het antwoord is altijd voorspelbaar: ,,daar, achter die deur.'' Maar geen moskee te zien, alleen deuren en garagepoorten: in de Ribaucourtstraat, rechtover mijn flat zie ik een brede, grijze, deur. Daarachter is een moskee. In de Ulensstraat, een witte garagedeur. Daarachter is een moskee. In de Zwarte Vijvers, een bruine garagedeur. Daarachter is een moskee. Binnen zijn properheid en orde veelal zoek. De gebouwen lijken wel een doolhof met schoolklasjes waar moslimkinderen de islam en de Arabische taal leren en waar vrouwen en mannen apart bidden.

Pas op, mijn zus

In de moskee aan de Zwarte Vijvers in Molenbeek staat zelfs een kiosk achter de hoek van de lege koer. De kioskman geeft me een Arabische folder met als titel Aanbevelingen voor de Beschermde Parel. Het pamflet uit Saudi-Arabië omschrijft de vrouw als een parel en geeft haar een lijst met adviezen, telkens beginnend met ,,Pas op, mijn zus.'' Een greep uit de waarschuwingen: ,,Draag een hoofddoek. Korte, strakke en transparante kledij leidt naar de hel. Verlaat het huis niet zonder toestemming van de man. Gehoorzaam uw echtgenoot en werk niet op zijn zenuwen. Kijk niet naar televisie, internet en video. Luister alleen naar religieuze muziek. Imiteer de man niet door het dragen van broeken en kortgeknipt haar. Deel islamitische pamfletten uit.''

Ik schrik van de vrouwonvriendelijke propaganda en vraag uitleg aan de imam. Die is kort van stof en geeft me een verwarde indruk. ,,Je moet niet alles doen wat het pamflet voorschrijft. Je bent een Belgische burger, evenwel in het land der ongelovigen.''

Ik begrijp er niets van. Een jonge moskeeganger is duidelijker: ,,Je moet de raadgevingen van het pamflet wél volgen. En overigens, jouw hoofddoek is niet genoeg. Je moet een boerka dragen, zo niet brand je in de hel!'' Ratel maar op, denk ik. Waardigheid is mijn sluier en niet een vormeloze tent op mijn lichaam. Bovendien zit de islam van binnen, van uiterlijkheden moet ik niet weten.

Ondertussen zie ik een paar meisjes in boerka de vrouwenruimte in de moskee binnenstappen. Ik volg ze en raak een beetje geïntrigeerd door hun spookachtige verschijning. Wie zijn deze meisjes? Waarom bedekken ze zich van kop tot teen helemaal in het zwart? Ik ben benieuwd naar hun gezicht, afgeschermd door een dunne zwarte stof. Zelfs hun handen verstoppen ze in lange, zwarte handschoenen. Met een van de meisjes knoop ik een gesprek aan. Ik vertel haar over mijn zogenaamde studie sociologie en de thesis die ik schrijf. ,,Het spijt me'', zegt het boerkameisje. ,,Maar ik mag niet zomaar met je praten zonder medeweten van mijn man.''

Even later, op de koer voor de garagedeur, komt de echtgenoot van het boerkameisje licht furieus naar me toe. ,,Heb je de toestemming van de imam om met mijn vrouw te spreken?'', vraagt hij. En weer begrijp ik er niets van. Sinds wanneer moet ik de toestemming van de imam hebben om een moslima aan te spreken? Ik lieg en zeg dat de imam zijn fiat heeft gegeven. Een ander boerkameisje belt me 's avonds op. ,,Ik mag van mijn man niet spreken. Vrede zij met u''. Dit is alles wat ze zegt en ze haakt in.

Boerkameisjes

Gedurende twee maanden spreek ik vele Brusselse boerkameisjes aan en allen wimpelen ze me af. Behalve de 24-jarige Hanane, die leer ik kennen op een andere vrijdag, in een andere moskee. Het gebed zit erop en als Hanane op het punt staat haar gezicht te bedekken, vraag ik haar medewerking voor mijn thesis. ,,Graag'', zegt de Marokkaanse vrouw zelfzeker. ,,Maar ik draag geen boerka. Dit is een niqaab .'' Hananes verhaal is ietwat ongewoon. Voor haar was de islam een onbekende godsdienst tot ze in de Grote Moskee van Brussel initiatielessen islam volgde en religieuze boeken begon te lezen.

,,Zestien was ik toen en er braken hevige gevoelens in me los. Het waren onbeschrijfelijke emoties in een nieuwe wereld. Ik besloot een hoofddoek te dragen. Moet je weten, ik was de eerste gesluierde vrouw van de familie. Zelfs mijn moeder dekte haar hoofd maar half. Wat later wilde ik mijn lichaam volledig in het zwart hullen. Alleen mijn ogen zou ik aan de buitenwereld tonen. Mijn ouders zagen het nut van mijn nieuwe kledingstijl niet in en vroegen zich af hoe ik met een niqaab aan een man kon geraken. ,Je bent nog zo jong', zeiden ze. Mijn zwarte, alles omhullende kledij zette ik dan maar opzij.''

,,Op mijn twintigste trouwde ik en zette mijn zinnetje door: voortaan zouden op straat alleen mijn ogen te zien zijn. Waarom? Omdat iedere moslima de plicht heeft om haar hoofd te sluieren. Ik geef de voorkeur aan een volledige sluier, gezicht en handen inbegrepen. Mijn kleding is een extraatje op de hoofddoek. Zo wil ik een maximum aan deugden bekomen. Inmiddels zijn mijn ouders bijgedraaid en zien ze mijn kleding als iets gewoons. Sterker nog, alle vrouwen van mijn familie dragen nu een hoofddoek, behalve mijn oudste zus. Ik blijf haar maar zeggen dat ze zich moet sluieren, maar tevergeefs. Moge Allah haar naar het juiste pad leiden Het is een smeekbede die ik opdraag aan alle ongesluierde moslimvrouwen.''

Innerlijk vuur

,,Ik merk dat wij, jonge moslima's, de islam intenser beleven dan onze mama's. Zij zijn veelal ongeschoold en hun kennis van de islam beperkt zich tot wat ze horen van anderen. De religiebeleving van onze moeders stoelt op tradities uit het thuisland. De jonge moslima's van vandaag halen hun passie uit islamboeken. Dat maakt dat er een soort van innerlijk vuur in ons brandt. Niet dat ik met dat vuur een islamitische staat in België beoog want ik ben Belg en mag hier alles. Ik weet eigenlijk niet wat een islamnatie in België te bieden heeft. De islamitische wetten in een Europees land toepassen is onmogelijk. Eigenlijk moet ik een beetje lachen bij die gedachte. Ik ben evenwel voorstander van bepaalde vormen van jihad, de heilige oorlog. Een jihad tegen onrecht is geoorloofd, bijvoorbeeld in Palestina en Tsjetsjenië. Daar waar grond wordt afgenomen en families worden onderdrukt, is de jihad gerechtvaardigd. Ik bid voor de Tsjetsjenen en de Palestijnen, meer kan ik niet doen. Wie de kans heeft om voor hen en de islam te strijden, moet dat doen. Waarom niet? ''

De boerkameisjes blijven me een raadsel en komen zelfs in mijn dromen voor. Ik zie vrouwen in een zwart tafellaken met een venstertje voor hun ogen. Ze staan allemaal in een lange rij en kijken me vies aan. Ik word uit mijn droom/nachtmerrie gehaald door mijn flatgenote Amira. ,,Ik mis je.'', fluistert ze om twee uur 's nachts aan de telefoon. ,,Als ik hier een uitkering krijg, kom ik terug naar Marokko, terug naar jou.'' Amira heeft een minnaar, vermoed ik slaapdronken. Nog voor we gingen slapen vroeg ze hoe Belgische liefjes zijn. Niet anders dan de Marokkaanse, antwoordde ik. ,,Maar is het niet raar met een Belg?'', wou ze perse weten. Ik grijnsde breed: ,,Het is lekker.''

Dit is deel 2 in een reeks van 6 reportages. Morgen: ,,Aarzel niet de wapens op te nemen''.

http://www.nieuwsblad.be/Article/De...DMA13032005_005

3de aflevering ....

Radicale islamlectuur razend populair in Marokkaanse boekhandels
,,Aarzel niet de wapens op te nemen''

In de Schaarbeekse winkel Ibn Abbas klinkt een melige muslimbeat. ,,Allah is great'', zingt een kinderkoortje. Heel lief, heel onschuldig. Maar prominent in de rekken staat, in het roze gekaft, De weg van de moslim, deel 3. Het eerste hoofdstuk is helemaal gewijd aan de jihad, de heilige oorlog. Lezers krijgen een gedetailleerde les oorlogvoering in de naam van Allah. Radicale islamlectuur blijkt opvallend populair in Marokkaanse boekenhandelaars in Brussel.

,,Wanneer men u vraagt de wapens op te nemen, aarzel dan niet om het te doen'', adviseert deel 3 van De weg van de moslim . Het doel? Strijden tot de aanbidding geheel aan Allah toekomt. De stervende strijder wacht een mooie beloning: het paradijs. Bovendien leert het boek hoe je bijvoorbeeld op de uitkijk moet staan om de vijand in het vizier te krijgen en dat de aanschaf van oorlogsmateriaal een verplichting is. ,,En weet dat kracht schuilt in het schieten, kracht schuilt in het schieten, kracht schuilt in het schieten'', staat als een mantra geschreven.

Mijn nieuwsgierigheid is geprikkeld en ik trek op zoek naar meer van dat soort radicale religieboeken. ,,Ga naar Rue de la Limite in Schaarbeek'', zegt een Molenbeekse leraar. ,,Daar heb je een bib vol islamboeken. Groot en mooi, gefinancierd door Saudi's. Maar wees diplomatisch want het zijn extremistische gekken die daar de boel organiseren.''

Extremistische gekken? Waar? Ik zie alleen een grote zaal met kindjes aan tafel. Het zijn leerlingen van het Centre d' Education Culturel de la Jeunesse, een op het eerste gezicht vredelievende vereniging waar de Arabische taal en de islam worden onderwezen. Wie zich verder wil verdiepen in religie, kan terecht in de bib van uitgeverij Al Hadith, die deel uitmaakt van het centrum. De rekken staan bol van boeken en cassettes over de leer van de profeet Mohammed en aanbevelingen voor zijn volgelingen. Mijn aandacht gaat naar Islamitische richtlijnen , een boek dat oproept om joden en islamitische afvalligen te vermoorden en kinderen wraak te laten nemen op onrecht plegende vijanden.

Verder lees ik: ,,Wie zich onderwerpt aan de islam, zal in vrede leven. Wie de islam in de weg staat, tegen hem zal gestreden worden tot het Woord van Allah het hoogst is. Deze vorm van de jihad gaat () door tot de Dag der Opstanding.'' Ik ben geschokt want dit is niet de islam die ik ken. Ik werd grootgebracht met een vredelievende, verdraagzame godsdienst. Geen oorlog, geen doden, hallo vrijheid, welkom blijheid. Een anarchistische religie met flowerpower, dat is mijn islam. Maar wie gelooft dat?

Bijna niet te vertalen

Ik ben verward. Mohamed El Tamami van uitgeverij Al Hadith niet. Voor hem is de inhoud van boeken zoals Islamitische richtlijnen niet radicaal-islamitisch. ,,De boeken zijn vertaald uit het Arabisch, een taal die bijna niet te vertalen is. Het gaat dan ook om de interpretatie van de teksten. Achter elk woord schuilt een omvangrijke betekenis.'' El Tamami gelooft niet dat de aangeboden lectuur aanzet tot geweld. ,,Dit centrum begeleidt haar jongeren in het analyseren van islamitische lectuur. Zo'n boek wordt gelezen door islamkenners en niet door discogangers.'' Islamitische richtlijnen wordt zoals de meeste Nederlandstalige islamlectuur uitgegeven door de Amsterdamse Stichting Al Tawheed. Die werd vorig jaar in verband gebracht met Mohammed B., de moordenaar van cineast Theo van Gogh. Ik reis naar Amsterdam, waar de radicale boeken van de pers rollen.

Jan Hanzenstraat 114 in Oud-West Amsterdam. Een politiejeep staat voor de deur van Stichting Al Tawheed. Later verneem ik dat de politie regelmatig de wacht houdt voor de beruchtste moskee van Nederland. ,,Volgens de media kwam Mohammed B, de moordenaar van Theo van Gogh, regelmatig naar Al Tawheed. Onzin, want de man kwam hier niet. Maar uit schrik voor vergeldingsacties tegen onze moskee staat de politie hier wel vaker.''

Ik wil wat rondneuzen in het gebouw maar word willens nillens gedropt in de vrouwenruimte van de moskee. Bij de vrouwen heb ik veel bekijks want volgens hen treed ik de islamitische regels met de voeten. Eén: ik zit met een bloot hoofd in een moskee. Twee: in plaats van te bidden, ga ik meteen zitten. Gewoon wat zitten.

In mijn ogen doe ik niets verkeerd. In Marokko stap ik vele moskeeën binnen in zeer luchtige zomerkledij. De immense Hassan II-moskee in Casablanca heb ik bezocht in een strak topje en een witte, doorschijnende broek. Geen kat heeft me op de vingers getikt. Bovendien bid ik niet altijd in de moskee. Soms ga ik er gewoon wat verpozen. Maar dit is Marokko niet, dit is de extremistische Al Tawheed-moskee in Amsterdam.

Gesluierd ben je prachtig

,,Het is jouw eerste keer, hé'', zegt een dame. Ze lacht me lief toe terwijl ik me afvraag wat ze bedoelt met ,,mijn eerste keer''. De eerste keer dat ik een moskee bezoek? Al van kinds af doe ik dit. Maar ik zwijg en hou me van de domme.

,,Mijn meisje, sta recht.'' Plots word ik omringd door twee vrouwen. Ze steken mijn hoofd in een soort chador, die heel mijn hoofd en bovenlijf bedekt. Het kleine gaatje onder mijn kin wordt goed dichtgeknoopt met een veiligheidsspeld. En zo sta ik dan in een Amsterdamse moskee: alleen mijn gezicht is bloot, al de rest zit onder een donkere stof. ,,Prachtig! Echt, gesluierd ben je prachtig!'', roepen de vrouw. Ze zitten als kleermakers aan mijn lijf, alsof ze de perfect passende outfit willen maken. Een vrouw neemt mijn gezicht vast bij de wangen en fluistert: ,,Dat dit moskeebezoek mag leiden naar een gesluierd bestaan. Ga nu, meisje, ga bidden.''

Al die gekte doet me een beetje lachen. Met een grijns kniel ik voor Allah. Maar dan volgt een wrange nasmaak. Ik ben ongesteld en mag eigenlijk niet bidden. ,,Wie hou je nu voor de gek?'', vraagt het stemmetje in mijn hoofd. ,,Jezelf, de anderen of God?

Voor de vrouwen ben ik een nieuwkomer in Al Tawheed én een debutante in de islam. Ik laat de dames in hun gezamenlijke waan want als verse moslima word ik vertroeteld.

Ik krijg thee en Marokkaanse koekjes, het is tijd om te keuvelen. ,,Sinds de dood van Theo van Gogh wordt deze moskee sterk geviseerd. De kofar doen niets anders dan ons, moslims, aanvallen. Maar Allah is groot.'' Een andere dame: ,,Theo van Gogh kreeg zijn verdiende dood. Hij was een kunstenaar van mijn voeten.'' Ze steekt prompt haar middelvinger omhoog. ,,Door zijn dood zit nu een van ons (Mohammed B., nvdr) achter de tralies. En dan willen de Nederlanders deze boel hier nog sluiten. De hoerenzonen, weten ze dan niet dat Allah boven alles en iedereen staat?'' Ik bedank de vrouwen vriendelijk en ga naar de bib van Al Tawheed.

Joden doden

Vele islamboeken van uitgeverij Al Tawheed worden in België verkocht. Het juiste aantal is niet bekend, zegt Abdelkarim Al Tetouani van Al Tawheed. ,,De verspreiding gebeurt niet door ons maar door particulieren uit België. Die komen naar hier en keren terug met een paar dozen vol boeken. El Tawheed is immers bekend, we hebben ook veel moskeegangers uit België'', aldus Al Tetouani.

,,Wij geven een boek als Islamitische richtlijnen uit omdat er veel interessante en nuttige zaken in staan voor moslims. Zo staat in het boek dat moslims de joden zullen doden tot het laatste uur. Wel, dat is een authentieke overlevering van de profeet Mohammed. Dat is dus werkelijk gezegd geweest en een moslim moet dat ook geloven. Zo'n citaat zal weinig mensen beïnvloeden omdat we ervan uitgaan dat onze lezers niet dom en volgzaam zijn. Ze baseren zich op verschillende bronnen en zullen niet handelen volgens één boek. In een andere publicatie staat dan dat de profeet Mohammed goed bevriend was met zijn joodse buur. Het is voor een uitgeverij interessant een divers boekenaanbod te hebben. Die diversiteit kan evenwel gevaarlijk zijn in tijden na 11 september en na de dood van Theo van Gogh maar men moet vooral niet denken dat we bezig zijn mensen op te stoken. Dat is helemaal niet zo. We geven aan onze lezers gewoon een stukje beknopte kennis uit de religie. In islamboeken kan men nu eenmaal niet beginnen knippen en plakken, net zo min als men dat kan met de bijbel, waar ook van alles staat dat indruist tegen het huidige westerse gedachtegoed. Daarom gom je die zaken niet weg, toch?''

Dit is deel 3 in een reeks van 6 reportages. Morgen: ,,We hebben de Belgen weggejaagd.''

http://www.nieuwsblad.be/Article/Det...cleID=G0FDB25L

4de aflevering...

Allah regeert zelfs in de fitness
UNDERCOVER IN KLEIN-MAROKKO

Het leven in radicaal-islamitische kringen in Molenbeek draait volledig rond de islam. Zelfs in de fitness wordt getraind op verzen uit de koran. De gematigde moslims zijn dan weer streng voor hun eigen geloofsgenoten en zoeken de schuld voor de kleine straatcriminaliteit in eigen midden. ,,Te veel Marokkaanse ouders in de probleemwijken verwaarlozen de opvoeding van hun kinderen. De Belgen zijn terecht weggetrokken.''blz. 5

,,We hebben de Belgen hier weggejaagd''
De Marokkaanse moslim-apartheidsstaat Molenbeek

,,Hé, jij daar!'' Ik draai me om en zie een Marokkaanse vrouw die zwoegt op een fitnesstoestel. ,,Ja, jij'', zegt ze in het Arabisch. ,,Waar heb je jouw hijab gekocht?''Een beetje trots zeg ik dat mijn sluier een eigen creatie is. Van een wollen kaboutermuts heb ik een dikke, warme sluier gemaakt. Een pièce unique, zeg maar. ,,Zo jaren tachtig. Wat een leuk idee'', zegt de dame. ,,Een fitnesszaal voor moslims, dat vind ik pas leuk'', antwoord ik. ,,Ja, hier in Molenbeek leven we zoals we willen. Zelfs sporten doen we op onze manier.'' zegt de vrouw vrolijk.

De islamitische fitnesszaal oumma-gym ontdek ik heel toevallig in de Menenstraat. In een van de vele hangars die Molenbeek rijk is, loop ik verloren en bel op goed geluk aan. De automatische deur lijkt wel te gehoorzamen aan het commando ,,Sesam, open u''. Voorzichtig stap ik binnen, het stemmetje in mijn hoofd laat weer van zich horen. ,,Je bent gek. Een gekke journaliste in een undercoveroperatie. Niemand weet dat je alleen in een mysterieuze hangar doolt. Zelfs jouw redactiechef weet van niets!'' Maar mijn nieuwsgierigheid kriebelt en ik sluit de deur achter me. ,,Tevreden, nu je binnen bent?'', treitert het stemmetje.

,,Jij bent hier allicht om informatie te vragen. Wel, je bent op het juiste moment gekomen. Het zijn nu de uren van de vrouw'', zegt een vriendelijke receptioniste. Ik weet niet waarover het Marokkaanse meisje het heeft en kijk haar vragend aan. ,,Dit is een fitnesscentrum'', zegt ze. ,,Hier komen moslims sporten, met respect voor islamitische regels.'' Op z'n moslims sporten, wat houdt dat in Allahs naam in? ,,In dit fitnesscentrum sporten mannen en vrouwen afzonderlijk. Ze hebben aparte uren: vrouwen komen van 9 tot 13u en van 16 tot 19u. De rest van de dag en de avond is gereserveerd voor mannen. We hanteren een strikte scheiding door middel van camerabewaking.'' Het meisje toont me hoe ze binnen op haar tv'tje ziet wie er aanbelt.

Fitness op verzen

In de grote fitnesszaal hoor ik geen muziek. Trainen doen ze hier op deuntjes van de walkman of op het trage ritme van de koran. ,,Lof aan Allah, de Heer der '', klinkt het uit de stereo. Terwijl verzen uit het heilig boek worden gereciteerd, zie ik moslima's van diverse pluimage zich fit sporten. Een oude vrouw draagt een hoofddoek, een andere van middelbare leeftijd stapt modern gekapt op de loopband. De meeste jonge meiden knopen hun hoofd in een kleurrijke bandana en kleden zich in een lichte gangsterstijl. Ook meisjes in boerka komen naar oumma-gym , een fitness met weinig bloot. Geen korte, strakke broeken en geen sexy sporttopjes. Hooguit zie je de armen tot aan de ellebogen, want een breed T-shirt kan nog door de beugel van de islamfashion.

Ook in de sauna van dit sportcentrum gelden kledingregels. Het zweetkot is nochtans voor privé-gebruik, dus geen keurende blik van volslagen vreemden. Niettemin 'Veuiller respecter la pudeur islamique', staat naast de deur van de sauna geschreven. Een tekening toont hoe die 'islamitische schaamte' te respecteren: de afgebeelde vrouw is gekleed van de borst tot onder de knieën. De mannenfiguur staat in een lange short, het bovenlijf bloot. In de Marokkaanse hamam gaat het er anders aan toe, denk ik bij mezelf. Daar wassen moslimvrouwen zich naakt en ongegeneerd. Wie wil, draagt een slipje.

In oumma-gym kunnen sportieve moslims ook terecht voor groepslessen. Ik schrijf me in voor een sessie bodysculpt ofwel een uurtje spieren trainen in de grote spiegelzaal. Onze begeleidster Rachida begint met een lichte opwarming op Arabische dansmuziek. Rachida spreekt een mengeling van Frans met Arabisch. ,,Il ne faut pas chetah'', zegt ze geamuseerd. Dat is mixtaal voor ,,Je mag niet dansen.'' Ik heb anders veel zin om mijn heupen te wiegen, om te swingen op een opzwepend habibi-liedje .

Traag en gemoedelijk

De sfeer onder de moslima's is gemoedelijk. Gespreksonderwerp nummer één is hun kroost. ,,Mijn jongen heeft zijn arm gebroken op school. Mijn man is furieus, hij denkt dat zijn zoon getroffen is door het boze oog. Maar zeg nu zelf, ongevallen gebeuren. Het boze oog slaat niet altijd toe'', vertelt een vrouw aan haar vriendin. Gespreksonderwerp nummer twee: lekker eten. Enkele deelneemsters snakken naar couscous, klaargemaakt door hun sportbegeleidster. ,,Een pak slaag. Dat krijgen jullie van mij'', grapt Rachida en ze grijpt naar een bezemsteel, die dient voor evenwichtsoefeningen. Ik waggel en wankel met de stok in mijn handen. Net als velen in de zaal voel ik geen vaste grond onder mijn voeten.

Niet alle deelnemers zijn stipt op tijd voor de les. De laatkomers worden vriendelijk gegroet door Rachida en stappen zonder excuus in de les. Zalig, denk ik. Weg stiptheid, weg discipline. Als Marokkaanse leid ik met plezier een traag, ontspannen bestaan. Als Vlaamse journaliste is stress mijn deel. Als vrouw van twee culturen haast ik me langzaam in mijn leven.

Wanneer ik buitenstap, zie ik nog net een vrouw in een hoekje van het fitnesscentrum bidden. Aan de receptie staat een bordje: 'Vijf minuten voor het gebed. Gelieve te wachten.' Ik moet aan mijn moeder denken. ,,Bidden is een sport'', zegt ze vaak.

Op weg naar mijn flatje in de Rue De Ribaucourt doe ik een test. De tel-de-Belgen-in-Molenbeek-test. De hele tijd speur ik de straat af op zoek naar een autochtoon. Aha, eindelijk, op het Sint-Jan Baptistplein zie ik een Belgische bejaarde. Ze rammelt met een boodschappenkarretje voorbij. Het oudje is geen autochtone meer in dit stuk moslimland. Nee, denk ik, ze is een vreemde in een stad die ooit de hare was.

Bange Belgen

,,Vroeger woonden hier veel Belgen maar we hebben ze allemaal weggejaagd'', zegt mijn Marokkaanse slager. ,,De kleine criminaliteit tiert hier welig. De Marokkaanse jongeren hebben het onder meer gemunt op de tasjes van de Belgen. De flikken? Die weten van geen aanpakken. De Belgen zijn terecht bang geworden en hebben hun biezen gepakt.''

Zijn Marokkaanse vrouwen dan geen slachtoffer van tasjesrovers? ,,Nee, nee, de crimineeltjes durven geen Marokkaanse vrouwen aan te vallen uit schrik voor wraak. Als je hier een Marokkaanse lastig valt dan heb je te maken met haar zonen, broers en neven. Onze Marokkanen weten elkaar te vinden, Molenbeek is immers klein. Daarom vallen Marokkanen geen Marokkanen lastig.''

De ontsporing van de migrantenkinderen is te wijten aan de slechte opvoeding door de ouders, meent de slager. ,,De eerste generatie allochtonen heeft zijn kinderen verwaarloosd. Die hebben al hun verdiende poen naar Marokko gestuurd, in de hoop om ooit terug te keren naar hun land. De kinderen zoeken het geld dan maar op straat. Dat is een goedverdienende job geworden, legaal werken willen ze allang niet meer. Het is triestig hoe dit alles uitmondt in een verliessituatie voor beide partijen; de eerste generatie is niet teruggekeerd naar Marokko en hun kinderen leven van de straat. God behoede ons.''

Ik vraag aan de slager of zulke jongeren niet in terroristische handen zouden kunnen vallen. De man verkrampt een beetje. Wanneer ik het met Marokkanen in Molenbeek over el erhab heb, is een achterdochtige verkramping een typische reactie. ,,Nee, nee, niks terrorisme. Het blijft hier bij kleine criminaliteit.''

Met mijn flatgenote Amira ga ik boodschappen doen. Een tijdlang worden we gevolgd door Oost-Europese bedelaars. ,,Uit mijn ogen'', snauwt Amira tegen de jongetjes en ze zucht. ,,Onze Marokkanen zie je niet bedelen, hé.'' Misschien is dat de troef van de Marokkaanse apartheidsstaat Molenbeek, denk ik. Niet bedelen, niet integreren, niet met Belgen moeten feesten op gesubsidieerde party's, geen zever over migrantenquota op het werk.

Moslimstaat

Terwijl het migrantendebat eindeloos en vruchteloos wordt gerekt, zijn de Molenbeekse moslims niet bij de pakken blijven zitten. Ze kozen een eigen weg wars van integratie; de weg van een Marokkaanse moslimstaat middenin België. Twee maanden lang maak ik dezelfde keuze: brood koop ik bij de Marokkaanse bakker niet ver van het Gemeenteplein, voor medicijnen ga ik naar de Marokkaanse apotheek Myriem aan het Sint-Jan Baptistplein, de Marokkaanse slager in de Rue de Ribeaucourt voorziet me van halal-vlees , bidden doe ik in een van de ontelbare moskeeën en sinds kort sport ik op z'n islamitisch. Leuk, dat ons-kent-ons-gevoel. Ook leuk, in Molenbeek ben ik gewoon Hind. Vragen als ,,wat betekent jouw naam en wat eten jullie thuis'', hoef ik hier niet te beantwoorden.

Maar ik moet toegeven, twee maanden lang bekruipt me ook een soort eilandgevoel. Dat gevoel heeft niets romantisch of poëtisch. Het is gewoon een verstild verlangen naar diversiteit, want de moslims in Molenbeek lijken allemaal uit hetzelfde hout gesneden. Hun leven wordt gedomineerd door de islam, de islam, en wel duizend keer de islam. In al het wereldkwaad zien ze het werk van ,,vuile zionisten''. De Palestijnse kwestie en de islamitische martelaars liggen hen na aan het hart. En de binnenlandse politiek? Die kan hen gestolen worden. ,,Verhofstadt, c'est qui?''

Dit is deel 4 in een reeks van 6 reportages. Morgen: ,,Ik wil wel een aanslag plegen''.

http://www.nieuwsblad.be/Article/De...icleID=GI1DCFHL
__________________
De kernoorzaak van alle terreurdaden zijn terroristische ideologieen. De kernoorzaak van het islamitisch terrorisme is de islamitische ideologie.
http://www.exmoslim.org/http://www.youtube.com/watch?v=jHnxdgk3P68

Laatst gewijzigd door smiley : 18 maart 2005 om 01:32.
smiley is offline   Met citaat antwoorden