https://www.standaard.be/cnt/dmf20220218_94374510
Hoe groot is de overschatting?
De vraag is in welke mate de officiële statistieken een overschatting zijn van de werkelijke impact van het virus. In principe is het mogelijk om gedetailleerdere statistieken op te stellen op basis van de overlijdensaktes. Dat laat toe om alleen diegenen te tellen waarbij covid de hoofddoodsoorzaak was. Maar die verwerking vraagt tijd – zelfs voor 2019 zijn er nog geen cijfers.
Een snellere methode is om de covidsterfte te vergelijken met de oversterfte. Dat is het onverwacht aantal doden in een periode, op basis van de sterfte of sterftekansen van de vorige jaren. De covidsterfte liep in de eerste twee golven vrij gelijk met de oversterfte, stelde Sciensano vast. In 2020 vielen officieel 19.826 coronadoden.
Afhankelijk van de schatting bedroeg de oversterfte 80 tot 95 procent van dat officiële aantal. ‘Die overlap was verbazingwekkend goed’, zegt Van Gucht. ‘Dat geeft aan dat we accuraat telden – overigens als een van de weinige landen.’
In 2021 was de overlap tussen beide statistieken kleiner. Officieel vielen 8.553 coronadoden in dat jaar.
De oversterfte bedroeg 30 tot 60 procent van dat aantal, afhankelijk van de schatting. Volgens het Planbureau was er zelfs helemaal geen significante oversterfte. Daarbij speelt mee dat er
vorig jaar geen griep circuleerde. Ook dat virus maakt elk jaar duizenden slachtoffers.
Dat de oversterfte vorig jaar geringer was, betekent niet dat er nodeloos is ingegrepen.
Zonder maatregelen zou de covidsterfte en oversterfte aanzienlijk hoger zijn geweest.