Los bericht bekijken
Oud 22 maart 2005, 17:08   #24
@lpha
Parlementsvoorzitter
 
@lpha's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 17 november 2002
Locatie: 't Stad
Berichten: 2.356
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Don Quichote
Maar vooreerst moet je toch een beeld hebben van hoe de maatschappij er gaat uitzien, voor jullie de huidige omver gooien.


En daar lees ik niets van.
Tja, je hebt het al in andere topics gelezen hoor

Een liberale maatschappij waarin de liberale grondbeginselen volledig zijn geimplementeerd zoals door de grondlegger van het liberalisme, John Locke, reeds geformuleerd werd in de 17° eeuw.

Een mooie samenvatting van de liberale gedachte vond ik hier:
http://www.liberales.be/cgi-bin/show...l?figuur&locke

Ik heb de vrijheid genomen een vergeten doch essentieel aspect van het liberalisme aan te duiden .

Dit is naar mijn bescheiden mening het fundament waarop het liberalisme steunt. Neem dit fundament weg, dan verkrijgen begrippen als recht op leven en vrijheid enkel een louter ideologische betekenis maar blijven verder lege dozen zonder inhoud.

John Locke (1632-1704) is de filosoof van de vrijheidsrechten en van de rechtstaat. Voor hem berust de staat op een overeenkomst die tot doel heeft de oorspronkelijke rechten van de mensen op leven, vrijheid en eigendom te waarborgen. Overschrijdt de staat de grenzen van deze opdracht, dan verliest hij zijn gezag en zijn de burgers gerechtigd zich een regering aan te stellen die beter aan haar doel beantwoordt. Het overheidshandelen dient gelegitimeerd te zijn door algemeen geformuleerde wetten.

Het liberalisme kent als moreel uitgangspunt de idee dat elk individu een maximale vrijheid behoort te hebben om invulling te geven aan het eigen leven, zolang anderen daarbij niet worden geschaad in hun vrijheid. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, pleiten liberalen dus niet voor een ongelimiteerde vrijheid, maar juist voor duidelijke grenzen aan ieders vrijheid. Om de libertariër Nozick te citeren: iemand kan de vrijheid hebben om zijn eigen mes rond te laten slingeren waar hij wil, maar niet in de rug van iemand anders. De vrijheid van de een stopt bij de vrijheid van de ander.

Naast zelfbeschikking over het eigen lichaam, is ook de mogelijkheid om van de natuur gebruik te kunnen maken een wezenlijk onderdeel van de vrijheid van de mens. Omdat de menselijke gemeenschap slechts de beschikking heeft over een eindige planeet, mag een individu de natuur niet ongelimiteerd voor zichzelf op eisen.

Dit idee werd al geformuleerd lang voordat de natuur zo schaars was als we haar nu kennen. John Locke leidde dit af als logische consequentie van zijn liberale principes. Volgens Locke heeft elk individu recht om op een maximale vrijheid invulling te geven aan het eigen leven. Hierbij mag dit individu een gedeelte van de natuur opeisen, mits hij genoeg en van dezelfde kwaliteit overlaat voor anderen. Niemand kan meer aanspraak maken op de natuur dan een ander, want de mogelijkheden die de natuur biedt, zijn niemands persoonlijke verdienste. Wanneer er bijvoorbeeld een beperkte hoeveelheid land beschikbaar is voor twee personen, en een van beide personen eigent zich meer dan de helft toe, dan is dit volgens Locke onrechtvaardig. De tweede persoon wordt hiermee te veel beperkt in het geven van een eigen invulling aan zijn leven.

Locke gaat niet uit van de visie dat privé-bezit alleen voort kan komen uit algemene instemming. Privé-bezit ontstaat uit noodzaak: als men voedsel niet zou bezitten, maar het wel zou nuttigen en dus aan de rest van de mensheid onttrekken, dan zou dat in tegenspraak zijn met elkaar. Dus, wat men nuttigt, dient men te bezitten. Hieruit redeneert John Locke terug naar het begin van bezit, en concludeert dat men iets bezit kan noemen vanaf het moment dat men hier moeite voor doet. Zonder dat er arbeid in is geïnvesteerd hebben goederen nauwelijks waarde; de waarde van een goed wordt bepaald door de arbeid die erin geïnvesteerd wordt. Daarnaast kan niemand het lichaam van een mens bezitten, behalve de betreffende persoon zelf. Locke vindt dat wanneer men iets bezit, men ook de vrijheid heeft dit bezit af te staan aan anderen. Hiermee verklaart hij de handel van goederen. Hij verdedigt het rechtvaardigingsprincipe dat niemand meer zou mogen bezitten dan hij kan bewerken en gebruiken.

Locke zag in elk mens als een van nature vrij geboren individu, met een vanzelfsprekende neiging het eigenbelang na te streven. Zonder overkoepelende statelijke macht zou de samenleving vervallen in een verbeten gevecht om het eigen belang. Door middel van het maatschappelijk verdrag/contract worden de burgers tegen zichzelf en tegen elkaar beschermd. Wie deel wil uitmaken van de staat verplicht zichzelf de regels van de staat te respecteren. Tegenover dit verlies van de vrijheid uit de natuurlijke toestand staat het recht van bescherming door de overheid. Er is dus sprake van een gefingeerde overeenkomst waaruit voor de staat en de burgers wederzijdse rechten en verplichtingen voortvloeien.

Laatst gewijzigd door @lpha : 22 maart 2005 om 17:08.
@lpha is offline   Met citaat antwoorden