Los bericht bekijken
Oud 7 maart 2007, 17:20   #14
Peter Tom Jones
 
 
Peter Tom Jones's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 4 maart 2007
Berichten: 51
Standaard

Beste,

Met alle respect, maar het wordt hier hilarisch.

Niemand zegt dat de mens de enige verantwoordelijke is voor de geobserveerde opwarming sinds het begin van de industriële activiteiten. Het gaat er evenwel over dat het onmogelijk is om de opwarming alleen te verklaren via natuurlijke factoren (bv. wijziging zonne-activiteit). Enkel wanneer men de combinatie maakt van de antropogene én natuurlijke factoren komt men tot een goede beschrijving van de werkelijkheid. In het AR4 rapport is het IPCC erin geslaagd om grotere wetenschappelijke zekerheid te geven over de verschillende bijdragen. De antropogene domineren...

In het klimaatverhaal moet men rekening houden met zowel opwarmende als afkoelende elementen. Zo leidt een toename van broeikasgassen in de atmosfeer tot een opwarmend effect. De verhoging van de concentratie aan broeikasgassen zorgt ervoor dat er een onevenwicht ontstaat tussen de hoeveelheid zonne-energie die de aarde absorbeert en de mate waarin ze die opnieuw uitstoot in de ruimte. Het verschil tussen deze twee factoren wordt uitgedrukt in een hoeveelheid Watt per vierkante meter (W/m2). Met een wetenschappelijke term noemt men dit climate forcing. Broeikasgassen zorgen dus voor een positieve forcing. Anderzijds bestaan er ook koelende factoren. Zo leidt de aanwezigheid van fijne sulfaataërosoldeeltjes tot een afkoeling. Naast broeikasgassen en sulfaataërosolen zijn er nog andere factoren die de netto energiebalans van de aarde beïnvloeden: wijzigingen in zonnebestraling, landoppervlakte-eigenschappen, andere aërosolen zoals roetdeeltjes etc. Een van de belangrijkste bevindingen in het AR4-rapport is dat men nu een grotere duidelijkheid heeft gekregen over de netto invloed van al deze factoren. Sinds de publicatie van het IPPC-rapport in 2001 is het wetenschappelijk gezien veel zekerder geworden – very high confidence (kans > 90%) in wetenschappelijk jargon – dat menselijke activiteiten hebben geleid tot een netto opwarming van de aarde. Sinds 1750 is het netto effect van menselijke activiteiten een forcing van +1,6 W/m2. Die waarde is de som van een aantal verschillende (opwarmende én koelende) effecten. Het gaat daarbij zowel om menselijke factoren (broeikasgassen, aërosolen, ozon etc.) als natuurlijke factoren (e.g. zonnebestraling).

Broeikasgassen. Het effect van de toename in (menselijke) broeikasgassen wordt geschat op een sterke opwarming van, globaal genomen, + 2,3 W/m2.. De globale gemiddelde concentraties van koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4) en lachgas (N2O) in de atmosfeer zijn inderdaad significant toegenomen sinds 1750. Zij zijn nu aanzienlijk hoger dan de pre-industriële waarden, zoals die bepaald werden door ijsboringen (Groenland, Antarctica). De toename van de CO2-concentratie is het gevolg van de verbranding van fossiele brandstoffen en wijzigingen in landgebruik (bv. ontbossing), terwijl de verhoogde methaan- en lachgasconcentraties vooral het gevolg zijn van landbouwactiviteiten. CO2 is het belangrijkste (menselijke) broeikasgas: de concentratie ervan is toegenomen van een pre-industriële waarde van 280 deeltjes per miljoen (ppm) tot een cijfer van 379 ppm in 2005. Dit is een concentratie die ver buiten het natuurlijke variabiliteitsgebied (tussen minima van 180 ppm en maxima van 300 ppm) ligt van de laatste 650.000 jaar (zoals bepaald door ijsboringen). De CO2-aangroeisnelheid was het snelst gedurende de laatste 10 jaar (gemiddeld 1,9 ppm per jaar). De atmosferische methaanconcentratie is gestegen van een pre-industriële waarde van 715 ppb (deeltjes per miljard) tot een actuele waarde van 1774 ppb. Net als bij CO2 betreft het hier een stijging tot op een niveau dat buiten de natuurlijke variabiliteitsregio ligt.

Aërosolen. Anderzijds is het zo dat het opwarmende effect vanwege de verhoogde broeikasgasconcentraties momenteel nog gedeeltelijk gemaskeerd wordt door een koelende invloed van aërosolen (sulfaat, organische koolstof, stof etc.). Het IPCC schat de netto bijdrage van deze aërosolen op - 0,5 W/m2.en - 0,7 W/m2, overeenkomend met respectievelijk de directe en de indirecte forcing. In vergelijking met het rapport van 2001 is de wetenschappelijke zekerheid hieromtrent gevoelig verbeterd, al blijft de invloed van aërosolen vandaag nog steeds de grootste onzekerheidsfactor.


Andere invloeden. Naast de invoed van broeikasgassen en aërosolen zijn er nog een aantal andere, minder belangrijke, menselijke klimaatbijdragen, die ik hier niet verder bespreek. Wel is het interessant om te wijzen op het feit dat natuurlijke factoren, zoals de wijziging in zonnebestraling, voor een netto opwarmend effect hebben gezorgd. Die bijdrage wordt geschat op + 0,12 W/m2. In vergelijking met het effect van broeikasgassen (+ 2,3 W/m2) is dit met andere woorden slechts klein bier.

CONCLUSIE:
1. De aarde warmt op.
2. De mens is hier de hoofdverantwoordelijke voor (niet de enige maar wel de belangrijkste), en
3. We gaan naar een opwarming die minstens gematigd sterk gat zijn. De 2°C grens zal 'zeer waarschijnlijk' overschreden worden. Dit behelst 'gevaarlijke antropogene interferentie met het klimaat', tis te zeggen: gevaarlijke klimaatwijzigingen.

En Mars?
Dat heeft niets te maken met de atmosfeer rond de Aarde. Laten we een beetje serieus blijven.
Peter Tom Jones is offline