Los bericht bekijken
Oud 10 augustus 2010, 17:07   #1687
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.526
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Visjnu Bekijk bericht
Lijkt me een erg slechte vertaling.

Plinius heeft het in dat fragment uit Lib X.96 over mensen die het Christendom hadden afgezworen [quidam ante plures annos, non nemo etiam ante viginti], niet over de Christenen zelf. Over het Christendom zelf is hij even negatief als Tacitus [Nihil aliud inveni quam superstitionem pravam, immodicam.]
Het fragment dat ik weergaf lijkt mij geen slechte vertaling. Ik ben het latijn niet machtig, maar veronderstel dat het u gaat om de vraag waarop [quidam ante plures annos, non nemo etiam ante viginti] betrekking heeft. Zie hiervoor het stukje vet in volgende fragment. Het gaat volgens mij om hetgeen christenen deden tijdens een samenkomst, zoals in de voorafgaande tekst is beschreven.

Citaat:
Mox ipso tractatu, ut fieri solet, diffundente se crimine plures species inciderunt. [5] Propositus est libellus sine auctore multorum nomina continens. Qui negabant esse se Christianos aut fuisse, cum praeeunte me deos appellarent et imagini tuae, quam propter hoc iusseram cum simulacris numinum afferri, ture ac vino supplicarent, praeterea male dicerent Christo, quorum nihil cogi posse dicuntur qui sunt re vera Christiani, dimittendos putavi. [6] Alii ab indice nominati esse se Christianos dixerunt et mox negaverunt; fuisse quidem sed desisse, quidam ante triennium, quidam ante plures annos, non nemo etiam ante viginti. quoque omnes et imaginem tuam deorumque simulacra venerati sunt et Christo male dixerunt. [7] Affirmabant autem hanc fuisse summam vel culpae suae vel erroris, quod essent soliti stato die ante lucem convenire, carmenque Christo quasi deo dicere secum invicem seque sacramento non in scelus aliquod obstringere, sed ne furta ne latrocinia ne adulteria committerent, ne fidem fallerent, ne depositum appellati abnegarent. Quibus peractis morem sibi discedendi fuisse rursusque coeundi ad capiendum cibum, promiscuum tamen et innoxium; quod ipsum facere desisse post edictum meum, quo secundum mandata tua hetaerias esse vetueram. [8] Quo magis necessarium credidi ex duabus ancillis, quae ministrae dicebantur, quid esset veri, et per tormenta quaerere. Nihil aliud inveni quam superstitionem pravam et immodicam.
Een andere vertaling:

Citaat:
Ze verzekerden echter dat dit de hoofdzaak was geweest, ofwel van hun schuld, ofwel van hun fout dat ze gewoon waren op een bepaalde dag voor zonsopgang samen te komen en om met elkaar om beurten een lied voor Christus als voor een god te zeggen, en zich door een eed te verplichten tot geen enkele misdaad, opdat ze geen diefstallen, geen roofovervallen, geen echtbreuken, geen woordbreuk te plegen en om zich niet aan een schuld te onttrekken, wanneer ze worden aangemaand [die te betalen]. Nadat ze dit hadden gedaan, was het voor hen de gewoonte geweest om uit elkaar te gaan en weer samen te komen om te eten, echter normaal en onschuldig. En dat ze waren opgehouden met juist dit te doen, na mijn edict, waarin ik volgens uw bevelen verboden had dat er geheime genootschappen waren. Des te meer geloofde ik dat het noodzakelijk was om van twee slavinnen, die helpsters bij de eredienst werden genoemd, te vernemen wat waar was, en wel onder martelingen. Ik vond niets anders dan een slechte en grenzeloze bijgelovigheid.
http://www.allaboutthejourney.org/du...de-jongere.htm
Nog een andere vertaling:

Citaat:
Ze zeiden dat hun schuld, of vergissing, neerkwam op het volgende. Het was hun gewoonte op een vaste dag voor dageraad bijeen te komen en met elkaar voor Christus een beurtzang te zingen als voor een god. Ook verbonden ze zich door een eed, niet om een misdaad te begaan, maar om geen diefstal, roof of overspel te plegen, om een woord van trouw niet te breken en een pand desgevraagd niet te weigeren terug te geven. Als dat gedaan was, ging men meestal weer uiteen, om daarna weer samen te komen voor een maaltijd, maar dan heel gewoon en onschuldig. Met dat laatste waren ze opgehouden na mijn edict waarin ik, conform uw opdracht, een verbod op besloten verenigingen had uitgevaardigd. Daarom achtte ik het des te noodzakelijker van twee slavinnen, die 'assistenten' werden genoemd, de waarheid ook te horen middels verhoor op de pijnbank. Ik kon niets anders vinden dan een kwalijk, mateloos bijgeloof.
http://www.let.ru.nl/V.Hunink/docume...christenen.htm
Dus na de samenkomst gingen ze uiteen en later gingen ze gezamenlijk eten. Plinius is inderdaad negatief over het christendom, maar hij doet dit nmm om keizer Trajanus naar de mond te praten. Deze heeft het christendom verboden; zoals: "dat jij verboden hebt". Daar gaat Plinius wijselijk niet tegen in. De enige misdaden die Plinius benoemt is het vergaderen in het geheim en het niet vereren van de keizer. Het volgende fragment, dat in de brief van Plinius aan Trajanus voorafgaat aan wat hierboven is geciteerd maakt dit duidelijk. Fijntjes maakt hij duidelijk dat christenen 'onschuldig' zijn.

Citaat:
Het is mijn gewoonte, heer, alles waarover ik twijfel aan u voor te leggen. Want wie kan mij beter leiden in mijn aarzeling of iets leren in mijn onwetendheid?
Bij vooronderzoeken naar de Christenen ben ik nooit aanwezig geweest. Vandaar dat ik niet weet wat precies bestraft en onderzocht wordt, en hoever dat gaat. Ik was allerminst zeker van de aanpak: moest er een onderscheid naar leeftijd komen, of zou het voor heel jonge mensen niet anders zijn dan voor volwassenen? Kon er genade zijn voor spijtoptanten, of als je eenmaal bij de Christenen had gehoord, hielp het dan niet om ermee te zijn gestopt? Moest er straf staan op de naam 'Christen', al was er geen sprake van schanddaden, of op de schanddaden die met die naam verbonden zijn?
http://www.let.ru.nl/V.Hunink/docume...christenen.htm

Laatst gewijzigd door Piero : 10 augustus 2010 om 17:10.
Piero is offline   Met citaat antwoorden