Geachte heer de Kelt
U bent een aandachtig man. Meneer het Goede Deel werd inderdaad tweehonderd en vijf jaar geleden op de achttiende van de zomermaand te Waterlo voorgoed verslagen. Uw opmerking hieromtrent lijkt me treffend.
Ik heb zonet een opstel teruggevonden waarin het Nederlandstalig verleden van Waterlo onderzocht wordt.
https://books.openedition.org/pusl/14604
Enkele taalkundige sporen te Waterlo, vroeger ook "
Waterloos" gespeld, vgl. Waarloos, deelgemeente van Kontik (Kontich):
Abeiche <
Habbeke
Beaufau =
Schoonboek
Borgendaal (woningen bij het godshuis)
Caraute <
Kwaadrode behoorde tot 1963 aan de gemeente Nijsrode (Sint-Genesius-Rode)
Champ du Mai =
Meiveld
Chenois =
Ruvelingen (1474 Rouwerdingen, 1573 Ruwerdinghen, in een oorkonde verwaalst: 1374 Ruwendenges)
Fond Vandenbosch =
Vandenboschdelle
Grande Béguine (herberg) =
De Begijn (1471 Courtil dit le Beghyne)
[/b]Joli-Bois =
Raasbos (1632 Raesbos)
Ménil =
Ter Meiningen (1385 Ter Mayningen)
Pasteur Plas (waterplas langs de Brusselsesteenweg)
Roussart =
Den Drossaard (1634 den Drossart)
Spaignaerts Eyck (nu verdwenen)
Swertenborren (veldnaam in de nabijheid van Den Drossaard)
Vert-Coucou =
Verkenshutte vgl. Kleine Hut, Middenhut en Grote Hut (1687 Cautershutte) te Nijsrode
Hoogachtend