Bij mij is het gemakkelijk: het slot van de voordeur is kapot.
Iedereen kan zomaar gewoon binnen.
Maar er hangt, ligt én staat - bewust - zodanig véél rommel in de inkom, dat zo goed als niemand die niet door mij wordt begeleid een stap verder durft te zetten.
Er ligt ook een zak met rottende groenten- en fruit-resten.
Pro-actieve inbraakpreventie noem ik dat.