Los bericht bekijken
Oud 5 februari 2018, 11:26   #451
bedrijven docter
Minister
 
bedrijven docter's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 30 april 2016
Locatie: berchem
Berichten: 3.416
Stuur een bericht via Skype™ naar bedrijven docter
Standaard Oneigelijk Art 60

Ik ben dus genoodzaakt om een oneigenlijke constructie te maken om toch art 60 toe te passen op mijn commerciele maatschappen

Het wordt dus een combinatie van art 60 Venn wet met 1165 bw en 1121 bw

Het beding ten behoeve van een derde is een uitzondering (ten gunste van derden) op de regel dat de obligatoire
gevolgen van een contract slechts tussen partijen gelden.
- Art. 1121 BW vormt een wettelijke uitzondering op het relativiteitsbeginsel van art. 1165 BW.
Begrip
.
Juridische grondslag
- Het beding ten behoeve van een derde is een volkomen originele en autonome rechtsfiguur die geen verwijzing behoeft naar allerhande rechtsconstructies.
Voorwaarden
- Voor een geldig beding ten behoeve van een derde moeten de volgende 4 elementen voorhanden zijn.
1. Het derdenbeding moet het accessorium vormen van de hoofdovereenkomst
- Het is in de hoofdovereenkomst dat de grondslag, de oorzaak te vinden is voor het gebonden zijn vd belover jegens de
derde-begunstigde.
- Zowel het ontstaan als het voortbestaan vh derdenbeding zijn dus afhankelijk vd hoofdovereenkomst.
- De belover mag aan de derde-begunstigde dus alle excepties en verweermiddelen tegenwerpen die hij kan putten uit
zijn rechtsverhouding tov de stipulant.
- Het bijkomend karakter vh beding ten behoeve van een derde heeft ook tot gevolg dat bij nietigverklaring vh
derdenbeding wegens ongeoorloofdheid vd oorzaak of het voorwerp, de hoofdovereenkomst niettemin blijft
voortbestaan.
2. De stipulant moet het inzicht hebben dat hij aan de derde niet alleen een feitelijk voordeel maar ook een eigen
recht verschaft (jegens zijn medecontractant)
3. De stipulant moet de bedoeling hebben om niet ten behoeve van zichzelf (en zijn erfgenamen) maar ten behoeve
van een derde te bedingen.
- Art. 1122 BW bepaalt dat men geacht wordt te hebben bedongen voor zichzelf en voor zijn erfgenamen en
rechtverkrijgenden, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk bepaald is of uit de aard vd overeenkomst voortvloeit.
- Wie zich dus op deze uitzondering beroept zal het bewijs moeten leveren dat de toepassingsvoorwaarden ervan
vervuld zijn.
4. De derde-begunstigde moet bepaald of ten minste bepaalbaar zijn
-
Het volstaat dat de derde ogv wat in de overeenkomst is gestipuleerd, anders dan door de uitsluitende wil vd stipulant,
op het ogenblik dat het beding effect moet hebben, bepaalbaar is.
- Het is dus niet noodzakelijk dat de derde bij naam wordt genoemd in de ov die het derdenbeding bevat.
-- Het derdenbeding schept onmiddellijk een rechtstreeks recht van de derde-begunstige t.o.v. de belover. Zolang de
derde dit recht niet heeft aanvaard, beschikt de stipulant over de bevoegdheid om het te herroepen.
1. Het onmiddellijk karakter van het geschapen recht
- De derde verkrijgt dit recht ook wnnr hij vh bestaan ervan onwetend is of onbekwaam is om het te aanvaarden.
- De aanvaarding van dit beding door de derde is niet vereist voor het ontstaan van dit recht, maar heeft enkel tot
gevolg dat de stipulant niet meer gerechtigd is het beding te herroepen.
- Wanneer het beding tijdig herroepen wordt en de stipulant een nieuwe begunstigde aanwijst, dan wordt het recht van
deze nieuwe beneficiant geacht met terugwerkende kracht ontstaan te zijn op het ogenblik van het sluiten van de
hoofdovereenkomst.
- Het onmiddellijk karakter is echter niet van openbare orde. De stipulant kan steeds contractueel het ontstaan van het
recht verdagen of onderwerpen aan de vervulling van een voorwaarde.
2. Het rechtstreeks karakter van het geschapen recht
- Het beding ten behoeve van een derde doet een rechtstreeks recht ontstaan in de persoon vd beneficiant tegenover
Alexander Tanguy 2010-2011 36
de belover.
- Als gevolg hiervan kunnen de schuldeisers vd stipulant geen beslag leggen op de sommen die de belover aan de
beneficiant verschuldigd is.
3. Het tijdelijk herroepbaar karakter van het geschapen recht
- Het recht dat de derde-begunstigde onmiddellijk heeft verkregen en dat hij rechtstreeks tegen de belover kan laten
gelden, mag herroepen worden door de stipulant zolang de derde het beding te zijnen gunste niet aanvaard heeft.
- De derde kan het beding uitdrukkelijk of stilzwijgend aanvaarden.
Sancties
- Indien de belover zijn verplichtingen niet naleeft, beschikken zowel de stipulant als de beneficiant over een vordering
tot nakoming. De beneficiant beschikt over geen enkel verhaal tegen de stipulant.
1. Recht van de beneficiant om nakoming te vorderen
- Bij wanprestatie van de belover beschikt de begunstigde over een vordering tot nakoming tegenover de belover, o.w.v.
het onmiddellijk en rechtstreeks recht van de derde-begunstigde.
2. De vorderingsrechten van de stipulant
- De stipulant kan kiezen tussen de vordering tot ontbinding en de vordering tot uitvoering (hetzij in natura, hetzij bij
equivalent)


Dus in de statuten van mijn commerciele maatschap komt nu een clausule art 60 met verwijzing naar art 1121 bw dat al de overgenomen verbintenissen verhaalbaar zijn uitdrukkelijk op de commerciel maatschap.



ik heb dus 2 mogekijkheden om mijn 11 sterfhuisconstructies toch uit te voeren ,ik ken 21 sterfhuisconstructies maar 11 maken gebruik van een commerciele maatschap

Dus de oneigenlijke art 60 is hiermede geconstrueerd
__________________
Ik werd nooit betaald om de dingen juist te schrijven, maar wel om de juiste dingen te schrijven

Laatst gewijzigd door bedrijven docter : 5 februari 2018 om 11:27.
bedrijven docter is offline   Met citaat antwoorden