Los bericht bekijken
Oud 12 juni 2011, 18:15   #61
Nr.10
Secretaris-Generaal VN
 
Nr.10's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 26 september 2003
Locatie: van Lissabon tot Vladivostok
Berichten: 31.280
Standaard

Turkse horde van 110.000 aan de poorten van Wenen:
Het Ottomaanse rijk was op het toppunt van zijn macht en had heel zuidoost Europa bezet. Omdat de Turken er niet in geslaagd waren Polen binnen te dringen, bezetten ze Hongarije vanuit Joegoslavië en vielen vervolgens Oostenrijk binnen. Een machtig Turks leger van maar liefst 110.000 man (sommige bronnen spreken over 130.000 of zelfs 400.000 man, maar dat is waarschijnlijk schromelijk overdreven), onder leiding van grootvizier Kara Mustafa, belegerde in Augustus 1683 Wenen, de hoofdstad van Leopold’s rijk. De val van Wenen zou het einde betekenen van Oostenrijk. Om het allemaal nog erger te maken, werd Wenen algemeen beschouwd als het laatste bastion van West Europa.
Over het geallieerde leger:
Dit leger bestond onder andere uit Oostenrijkers en soldaten uit de meeste Duitse staten (Brandenburg-Pruisen was de grote afwezige). Uit Polen deden 27.000 soldaten mee, waarvan de helft bestond uit cavalerie, inclusief 3.330 "hussars". Deze hussars, niet te verwarren met huzaren, vormden een elitekorps van licht gepantserde ruiters. De meeste hussars waren van adel. De hussars kregen betaald, maar waren zelf verantwoordelijk voor hun eigen paard en uitrusting en die van hun schildknapen, wat een flinke duit kon kosten. De koning voorzag de hussars van speren van zo’n anderhalve meter lang, maar zelf zorgden ze voor sabels, spiezen en pistolen. Lange geweren werden geadviseerd, maar niet verplicht en vele hussars gaven de voorkeur aan bogen (vooral Tataarse en Turkse bogen), die een groter bereik hadden dan de toenmalige geweren. Vele hussars gebruikten "vleugels". Dit waren houten frames met rijen veren, die aan de achterkant van het pantser bevestigd waren, en soms aan het zadel. Hun doel was niet louter decoratief. De vleugels veroorzaakten tijdens het rijden een zoemend geluid, wat de paarden van de vijand vaak aan het schrikken maakte. Bovendien was het vrijwel onmogelijk om een lasso of "arkan" te gebruiken tegen ruiters met dergelijke vleugels. De vleugels waren het symbool van de hussaria en ook nu nog vinden we dit symbool terug in de herkenningstekens van de Poolse luchtmacht en cavalerie. Het meest gevreesde wapen van de hussaria was de czekan, een lange stalen hamer, die door hoofden en helmen sneed als door een pakje boter. Door zijn eerdere successen tegen de Ottomanen werd afgesproken dat Jan III de leiding over het geallieerde leger zou krijgen. De door Sobieski gebruikte tactiek was voor die tijd werkelijk revolutionair. Hij liet zijn leger niet als een grote massa aanvallen, zoals is die tijd gebruikelijk was, maar liet drie groepen aanvallen op verschillende punten. Die drie groepen werden op hun beurt weer verdeeld in kleinere eenheden, die in een soort schaakbordpatroon oprukten, zodat de val van een linie niet automatisch een doorbraak van de vijand betekende. Een belangrijke troef in de handen van Sobieski waren de kleine maar uiterst trefzekere kanonnen. Verder maakte Sobieski gebruik van raketten, die zeker niet trefzeker waren, maar wel een enorme paniek en chaos in het vijandelijke kamp konden veroorzaken.
Het Christelijke leger vormde een breed front:
Op 12 september 1683 naderde het leger Wenen en koos positie tegenover de Turken die de stad belegerden. Een kleine hussaria eenheid werd vooruit gestuurd om een aanval te doen op de Turkse linies en de mogelijkheid van een grootscheepse aanval te onderzoeken. Het resultaat was hoopgevend en hoewel het al laat in de middag was, besloot Sobieski aan te vallen met alle ruiters die hij ter beschikking had, om te voorkomen dat de Turken kans zouden krijgen om een betere verdediging op te zetten. Het Christelijke leger vormde een breed front. De zon scheen in de glanzende bepantsering, de duizenden uitrustingsstukken en de talloze juwelen. Sobieski zelf reed vooraan met zijn persoonlijke banier. De Turken waren geschokt. Zelfs de laagste Turkse soldaat had van de overwinningen van Sobieski gehoord, maar iedereen wist dat hij al een oudere man was, met een flink overgewicht en een zwakke gezondheid. Veel Turken zeiden zelfs, dat hij niet meer in staat was om op een paard te klimmen. En daar was hij! In de voorste linies! "Vivat Sobieski!" brulden de Poolse ridders als uit één mond. Langzaam reed het Christelijke leger voorwaarts, rinkelend metaal, glanzende pantsers. De Turken zagen een lichtflits toen de voorste rijen hun sabel trokken. Plotseling splitste het enorme leger zich op. De Poolse hussaria vielen aan in het centrum en op de rechter vleugel en namen het Turkse kamp in waar zich ook de paleisachtige tenten van Kara Mustafa bevonden. De Oostenrijkers en Duitsers vielen aan de linkerzijde aan en braken eveneens door de Turkse linies heen. De Ottomanen werden volkomen verrast en verpletterend verslagen. Minstens 10.000 Turken werden gedood. Het aantal slachtoffers onder de Polen, Oostenrijkers en Duitsers werd officieel op enkele honderden gesteld, maar 2.000 is een meer waarschijnlijk aantal. De slag op de Kahlenberg wordt door historici beschouwd als een van de belangrijkste in de wereldgeschiedenis en is zeker het toppunt in Sobieksi’s leven geweest.
De overwinning op de Turken was een keerpunt in de Europese geschiedenis:
De oorlog zou nog een paar maanden duren, maar vanaf dat moment waren de Turken op de terugtocht en de Europese vorstenhuizen en burgers haalden opgelucht adem. Kara Mustafa werd teruggeroepen naar Constantinopel, waar hij volgens traditie met een zijden koord werd gewurgd. Zijn hoofd werd afgehakt en op een staak geplaatst. Turkse standaards en andere trofeeën werden naar de paus in Rome gestuurd en de overwinning werd in heel Europa in heilige missen gevierd. In 1690 kreeg een sterrenbeeld de naam "Scutum Sobieskii" (Sobieksi’s Schild), ter herinnering aan de slag.
bron
__________________
Doorzoek forum.politics.be (aangepaste zoekmachine)
Nr.10 is offline   Met citaat antwoorden