De tien geboden uit mijn tijd:
Bovenal bemin één God
Zweer niet ijdel, vloek noch spot
Heilig steeds de dag des Heren
Vader, moeder zul je eren
Dood niet geef geen ergernis
Doe nooit wat onkuisheid is
Vlucht het stelen en bedriegen
Ook de achterklap en het liegen
Wees steeds kuis in uw gemoed
En begeer nooit iemand anders goed.
De drie eerste geboden gaan zogezegd over God en voor mij is God mijn innerlijkste zelf, de motor van het bestaan...
Men raad aan slechts één God te beminnen of wees één in gedachten en zeker niet schizofreen; vandaag dit en morgen dat...
Zweer niet om de haverklap, denk na alvorens je iets zegt en je jezelf een mening hebt opgebouwd... door vloeken en spotten verlaag je alleen maar jezelf...
Heilig steeds de dag des Heren... of heilig jezelf, bemin jezelf, vereer jezelf... en dat in alle kleinheid die je bent, welke te gelijker tijd jouw grootste schat is...
Of wie het kleine niet eert, zal nooit het grote vinden...
In feiten zeggen de zeven andere geboden hoe we ons tegenover onze medemensen moeten gedragen... Maar steeds weer komt de slinger onze eigen kant uitgeslingerd...
Dat we niet mogen doden, achterklap vertellen, liegen, bedriegen...is duidelijk voor iedereen...
Maar waar op een zeker moment in de persoonlijke ontwikkeling het probleem ligt is niet meer zozeer in al dat 'kwade' dat overduidelijk is, maar juist in het zogenaamde 'goede' dat eveneens gecorrumpeerd is... en zo meer kwaad dan goed kan voorbrengen...
vb. 'godsdienst'-oorlogen, homohaat, vreemdelingenhaat, eigenhaat, jaloersheid zogezegd als teken van de grote liefde...
Alles is gecorrumpeerd...
De dag dat je dat alles kunt neutraliseren en achter je laten, die dag ben je vrij en die dag kan je het koningkrijk in jezelf tot bloei brengen...
|