Discussie: ethiek
Los bericht bekijken
Oud 10 juni 2019, 11:47   #261
Piero
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Piero's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 20 februari 2010
Locatie: Nederland
Berichten: 15.521
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door harriechristus Bekijk bericht
Deel V 36 en bij mij staat het er wel, maar misschien heb jij een andere vertaling.
En wat die intuïtie moet betekenen is mij ook niet duidelijk.
Het is allemaal verstandelijk redeneren wat Spinoza doet en met intuïtie heeft dat niks te maken.
Intuïtie berust op een eenheid van denken en gevoel.
Volgens mij is dat geen intuïtie, maar gewoon twijfel en daaruit een beslissing nemen op grond van gevoel, dat goed, maar ook verkeerd kan blijken te zijn.
Terwijl intuïtie juist blijkt te zijn, dus positief aanvoelen wat je moet doen of denken.
En bovendien is dat nergens bij Spinoza te vinden. ...
Zie hier een stukje commentaar op V36. Spinoza betoogt dat intuïtieve kennis de grootste macht heeft over het gemoed. Dwz, het produceert een gevoel van gelukzaligheid. Het geeft inzicht in de substantie en dat is in zichzelf.

... Het gemoed maakt van die dimensie van de substantie integrerend en intrinsiek deel uit, zowel voor wat het is (zijn essentie) als voor het feit dat het er is (zijn existentie). Spinoza heeft dat inzicht nogmaals willen herhalen om het belang te benadrukken van de kennis, en dan vooral van de intuïtieve kennis of de derde manier van kennen, voor een goed begrip van de singuliere zaken. Dat die voorgaat op de inbeelding of de eerste manier, is duidelijk. Maar zij is ook veel krachtiger dan de tweede manier, die gebaseerd is op de rede en de gemeenschappelijke noties. Wie echter tot de derde kennissoort kan doordringen en zo in de wereld kan staan, beschikt wel degelijk over een veel grotere macht tegenover de ons omringende zaken en gebeurtenissen. Dat was al gebleken in het eerste deel van de Ethica; daar had Spinoza in algemene termen aangegeven dat alles afhankelijk was van de ene substantie, zowel in zijn essentie als in zijn existentie. Hij bevestigt dat dit wel degelijk het geval is en dat die uitspraak dus legitiem was en dat het bewijs dus nog steeds geldt. Maar het gemoed wordt daardoor minder aangesproken en overtuigd dan door het verhelderende inzicht dat de derde kennissoort brengt in de essentie zelf van elke singuliere zaak, namelijk dat alles behoort tot de ene substantie en in alles van die ene substantie afhankelijk is door de geordende samenhang van het gehele universum onder de natuurwetten.

https://spinoza-in-vlaanderen.weebly...elling-36.html
Piero is offline   Met citaat antwoorden