Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door N-Vb
Het hoogste gerechtshof zei in 2015 dat vennootschappen in hun belastingaangifte ook beroepskosten mogen inbrengen die niets te maken hebben met hun activiteit. Dat betekende een serieuze breuk met het verleden. Een dokter bijvoorbeeld die in het weekend wilde uitwaaien aan zee, kon daardoor de aankoop van zijn appartement bij de fiscus aangeven als een beroepskost. Ook al ontvangt hij in die flat aan de kust dus geen patiënten.
De rechtspraak leidde tot onduidelijkheid. Sommige bedrijfsleiders dachten plots dat ze allerlei privé-uitgaven als beroepskosten konden aangeven. Op een juridisch seminarie werd gezegd dat de eigenaar van een bedrijf een appartement voor zijn minnares had gekocht en als beroepskosten in de vennootschap had ingeschreven. Of er deed het verhaal de ronde van een zakenman die juwelen voor zijn vrouw als beroepsuitgaven beschouwde en die zo ook in zijn aangifte had ingebracht.
De aankoop moét in het voordeel van de vennootschap zijn.
Een tandarts wiens vennootschap een pand laat bouwen dat bestaat uit een praktijkruimte en drie appartementen mag van de fiscus alleen de kosten voor de praktijk aftrekken.
Om iets als beroepskost in te brengen, is dat het een inkomen oplevert.
Maar als er ook op de lange termijn geen winstperspectief is dan zijn de kosten niet aftrekbaar
|
dat was geen nieuwe wending of breuk met het verleden.
de fiscus was steeds ruimer gaan interpreteren, terwijl de fiscus de bedrijfsvoering gewoon niet in vraag mag stellen volgens de vennootschapsbelasting. de fiscus is immers geen ondernemer.
als een ondernemer stelt een bepaalde uitgave te doen met het doel het bedrijfsinkomen te verbeteren ... dan heeft de fiscus dat te aanvaarden.
dat is immers net wat ondernemen ondernemen maakt, risico investeringen waarvan het effect soms moeilijk te voorspellen is.
een goede fiscalist zal die lijn ook gewoon de afgelopen 40 jaar aangehouden hebben, en weinig problemen gekend hebben met de fiscus, die heeft immers geen juridische poot om op te staan.