Los bericht bekijken
Oud 11 oktober 2021, 19:26   #12
Het Oosten
Secretaris-Generaal VN
 
Het Oosten's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 28 juli 2010
Berichten: 44.834
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jacob Van Artevelde Bekijk bericht
Het waren annexionisten. We werden niet bezet maar geannexeerd. En we werden "dwangfransen".

Voordat de ongelukkige Cobeels werd onthoofd, verklaarde dat hij streed voor de godsdienstvrijheid en tegen de legerdienst. Die strijd was vooral een uiting van "zelfrespekt" dat men betoonde door zich niet onder de voet te willen laten lopen. Een woord dat ik oppikte uit de mond van een "kind van het verzet" uit de TV-reeks op Canvas, maar dat evenzeer geldt voor elk volksverzet tegen een vreemde mogendheid.
(Koerden met zelfrespekt sluiten zich aan bij de PKK in de strijd tegen het terroristische Turkse bewind.)
De feitelijke toestand was helaas dat er hier tijdens het revolutionaire regime nog minder vrijheid was dan tijdens het Ancien Regime.
Die revolutionaire ideeën waren zeer schoon in theorie , net zoals het kommunisme dat is in theorie, maar in de praktijk leidden beide het tot een regelrechte diktatuur en dwingelandij.
Hoeveel vrije verkiezingen zijn er toen geweest; iets wat de Fransen vlak na hun inval nochtans beloofden...!?
Overigens hadden wij in de Nederlanden die Fransen helemaal niet nodig om ons te komen "verlichten". In het zuiden was er het Vonckisme en in het noorden het progressieve deel der patriottenbeweging.
Het Vonckisme dat trouwens ontstond voordat de Bastille werd bestormd!


Het was dan ook een heldhalftige, maar zeer ongelijke strijd die onze voorouders voerden. En....voor de zoveelste keer sedert de Frans-Vlaamse oorlog van 1298-1325 in de steek gelaten door Engeland.
In o.a. De Boerenkrijg in Brabant (1798-1799) toont Martens aan de die strijd wel zeer algemeen werd gedragen in Vlaanderen. Hij behandelt ook summier de andere departementen en is onder de indruk van de relatief grote getalsterkte die zelfs de kleinste dorpjes wisten te mobiliseren.
Dat sommige burgemeesters de toelating weigerden heeft te maken met het feite dat ze ofwel kollaboreerden, maar veelal, en zeer begrijpelijk, uit angst hadden voor represailles nadien door de Fransen in de vorm van moordpartijen, plunderingen, brandstichtingen en verkrachtingen. En zoals Martens beschrijft waren die vergeldingsmaatregelen een regelrechte hel, letterlijk en figuurlijk. Jaja, byebye vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid. De Franse revolutionairen brachten hier net het tegendeel....
Ook de zogenaamde 'boerenlegers' (?) of 'brigands' plunderden en roofden.

Sommigen betitelen de zogenaamde ‘Boerenkrijg’ ook wel eens als ‘une Vendée a' petits pas’…

Dat het een plattelandsopstand was en dat de steden niet altijd opgezet waren met deze revoltes op de boerenbuiten, blijkt uit een getuigenis van G. Bergmann uit Lier. Zijn vader was tijdens de Boerenkrijg lid van de Lierse burgerwacht. Hij liet een geschrift na 'Mijn oudste herinneringen’. En hij had geen goed woord over voor de opstandelingen.

Hij beschouwt de Boerenkrijgers als ‘baldadige kerels, moedwillige verwoesters, en onverzadigbare plunderaars, waarvan een groot gedeelte tot doel scheen te hebben de boerenstiel en de arbeid te verlaten om in de stad de burgers te gaan afstropen en bij hen in de kost te gaan liggen (sic)’. De boerenopstand was volgens deze toenmalige schrijver ‘zonder doelwit, zonder enige hoop enen nuttige slag te bekomen, want de Franse Republiek zou onvermijdelijk zijn gelijk halen op een handvol dweepzuchtige boeren onzer landstreken’. Bergmann preciseert nog dat ‘sommigen de opstand als een roemrijke, heldhaftige episode ophemelden en dat anderen de Boerenkrijg als een dwaze streek beschouwen die niets anders dan onnodige opofferingen van mensenlevens, baldadige aanslagen, plunderingen, brandstichtingen en vernielingen veroorzaakte waartegen zijn vader de burgerij van de stad Lier moest beschermen'.

Natuurlijk een minder romantische interpretatie van de Boerenkrijg...
Ons diets gemaakt door iemand die het 'wist van zijn vader'.
Toch moeten we het relaas van deze Bergman met de nodige voorzichtigheid benaderen. Het is zijn persoonlijke interpretatie, maar het zal wel voor een stuk waar geweest zijn. Het zogenaamde boerenleger was toch ook een ongeregelde bende.


G. Bergmann




Toemaatje.
Dat het een ongeregeld zootje was die boerenlegers blijkt uit hun kledij:
Uniformen waren niet aan hen besteed. Volgens een tijdgenoot uit Mechelen en anderen waren er ‘ronde slaaplijven, blauwe en groene kazakken, zwarte, gele en gestreepte vesten’. Diverse hoofddeksels waren er te onderscheiden: ‘kopmutsen, klakken met opgeslagen oorlappen, hier en daar een pluimbos op een hoed, een zwarte Oostenrijkse kokarde, elders een fladderend lint’. Verder wordt er nog melding gemaakt ‘van bruine diemeten of lijnwaden broeken, blauwe en grijze. Anderen droegen dan weer fluwelen broeken met gespen aan de knieën. Niet allen droegen kousen, sommigen hadden naakte voeten aan hun schoeisel’.

Laatst gewijzigd door Het Oosten : 11 oktober 2021 om 19:55.
Het Oosten is offline   Met citaat antwoorden