De erfelijke goedheid.
Er bestaat evenzeer een erfelijke goedheid, dus de algemene mogelijkheid van de mens om goed te doen, dus eigen aan de menselijke soort, ook in eenheid van zijn driftleven en verstand, maar nu ten goede, dus een wil ten goede openbaart.
En ten derde is het evenzeer belangrijk wat de mens feitelijk aan kwaad of goed verricht.
|