[Anna List]

Homofobie
Zorgwekkende toename meldingen homofobie: vooral alarmerende groei van fysiek en verbaal geweld

In 2018 zag Unia het aantal dossiers over homofobie met de helft stijgen in vergelijking met 2017. ‘Vooral de meldingen over fysiek of verbaal geweld vertonen een alarmerende groei’, zegt Unia-directeur Els Keytsman.

Vorig jaar behandelde het interfederaal gelijkekansencentrum Unia 125 dossiers van mensen die zich in ons land gediscrimineerd voelden omdat ze holebi zijn, een stijging van 49 procent in vergelijking met 2017. Gezien de fluctuatie die jaarcijfers kunnen vertonen, is de evolutie over vijf jaar wellicht relevanter. Ook daar valt een gestage stijging af te leiden van ongeveer 40 procent.

Vooral het homofobe geweld is opvallend: Unia registreerde 17 voorvallen van fysieke agressie. Het ging onder meer over een homokoppel dat klappen kreeg in een snackbar en over een feestganger die op de grond gegooid werd met de toevoeging ‘vuile janet’. Ook scheldpartijen en bedreigende taal, bijvoorbeeld richting kussende mannen of verliefde vrouwen, zijn vaker gemeld: van 26 in 2017 naar 42 in 2018.

Speelruimte voor virulente haat

De groei treedt ook op bij ‘subtielere’ vormen van discriminatie. Zo stelt Unia-directeur Els Keytsman een verdubbeling vast van incidenten tegenover klanten of huurders. “Dat gaat van homoparen die naast een appartement grijpen omdat de verhuurder een ‘stabiel koppel’ wil, tot bus- of taxichauffeurs die holebi-klanten uitschelden.”

Tot slot blijkt, weinig verrassend, het internet een broeihaard voor homofobe haatboodschappen: van 17 in 2017 naar 31 in 2018, waaronder een tweet naar aanleiding van de Antwerp Pride. Daarin koppelde iemand een foto met schietende machinegeweren aan de boodschap “alle flikkers horen thuis in de gevangenis”.

Hoewel Keytsman opmerkt dat de stijging ook kan wijzen op meer meldingsbereidheid, is het toch een signaal om stevig de alarmbel te luiden, zegt ze. “België is een voorloper op het vlak van rechten, bijvoorbeeld inzake het huwelijk en adoptie, maar gelijke behandeling is nog een ander verhaal. Er is duidelijk een onderstroom waar virulente haat speelruimte krijgt. Sociale media hebben die boodschappen een pak zichtbaarder gemaakt.”

Blijvend harnas

Valt die onderstroom toe te dichten aan bepaalde bevolkingsgroepen? “Hij valt zeker niet zomaar terug te brengen tot allochtone afkomst”, waarschuwt Keytsman. Homofobie mag je volgens haar niet alleen in verband brengen met culturele gevoeligheden. “Onderzoek toont dat er bijvoorbeeld in de Congolese gemeenschap veel homo-negativiteit heerst, maar evengoed gaat het in onze meldingen om ultrakatholieke fora waar homofilie aan pedofilie wordt gelijkgesteld of om extreemrechtse studenten, zoals Schild en Vrienden.”


“De verscheidenheid van groepen en meldingen toont vooral dat je als holebi met een harnas blijft rondlopen”, concludeert Keytsman, die ziet dat we als maatschappij nog te veel gefocust zijn op ‘normale koppels’. “In theorie hebben de meeste mensen geen probleem met het homohuwelijk, tot twee mannen hand in hand voorbijlopen. Er blijft een grote kloof tussen zeggen en doen.”

Onderwijs

Vanuit die optiek ziet ze nog heel wat werk voor het onderwijs. Uit een eerdere Unia-barometer bleek dat meer dan vijf op de tien leerkrachten van het secundair onderwijs het thema seksuele oriëntatie niet bespreekbaar vinden in lessen. “Nochtans zijn de jongeren van vandaag de verhuurders of buschauffeurs van morgen.”

LGBTQ+-vereniging çavaria sluit zich daar grotendeels bij aan. “Ook sportclubs en lokale besturen hebben nog heel wat stappen te zetten, maar het onderwijs is ook voor ons de grootste focus”, zegt woordvoerder Jeroen Borghs. “De opleiding van leerkrachten is een belangrijke sleutel: zij hebben tijdens een carrière honderden jongeren onder hun hoede.”

https://www.demorgen.be/nieuws/zorgw...weld~bd050430/

zorgwekkende tendens die hier op p.be ook al opviel.