Vertaling: de wetenschap heeft het heelal niet geschapen, maar God.
De substantie van het universum is niet de materie, maar het bewustzijn.
De wetenschap weet het ontstaan van het heelal overigens ook niet te verklaren, die overigens eeuwig is, dus niet eens is ontstaan en zijn grondslag heeft in de logica door Hegel gevonden.
En niet de levenloze materie is de ware werkelijkheid van het heelal, die immers geen bewustzijn bezit, dus als zodanig volkomen duisternis is, maar het is God zelf in alle eeuwigheid, in de geest en gedaante van oneindig vele microwezentjes.
En dan hebben we een heelal dat oneindig veel beter is dan het slechts tijdelijke geval van de wetenschap dat ook weer onder zal gaan: gelukkig maar.
Want de leugen kan geen stand houden en zal plaats maken voor de eeuwige en oneindige waarheid.