Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Piero
@harriechristus
Het boek Jesajah is een bundeling geschriften van verschillende profeten. Een deel dateert van na de ballingschap die eindigde in 537 v.C.
|
Maar Jesaja zelf is van de achtste eeuw v.c. en de deuterojesaja (waar dat goed en kwaad van is) is van 550-540, dus toen was Heraclitus nog niet geboren.
Citaat:
De bundel was gecanoniseerd toen de septuagint werd ges hreven. Dus er was tijd na Heraclitus (550-540 v.C.) voor invloed.
|
Dan zouden ze er in geknoeid moeten hebben.
Citaat:
Maar misshien ligt invloed in omgekeerde richting veel meer voor de hand.
|
Dat zou kunnen zoals de joden ook meenden dat de leer van het goede van Socrates van Mozes was afgekeken.
Citaat:
Dat God zowel goed als kwaad kon brengen staat al onomwonden in Deuteronomium
|
Oké, dat heb ik even opgezocht:
Deuteronomium 30: 15 Zie, ik houd u heden het leven en het goede voor, maar ook de dood en het kwade:
Job 2: 10 Zouden wij het goede van God aannemen en het kwade niet?
Klaagliederen 3: 38 Komt niet uit de mond van de Allerhoogste het kwade en het goede?
http://www.overvloeiendegenade.nl/ar...n/ethiek3.html
Citaat:
en de profeten dreigen daar onophoudelijk mee. Heraclitus ziet in goed en kwaad overigens niet de hand van God; het zijn natuurlijke zaken..
|
goed en kwaad behoren tot de ethiek en zijn niet in de natuur te vinden.
Citaten uit Wiki:
Het werk bestond volgens Theophrastus uit drie delen: over het heelal, over de politiek,
en over de goden.
Heraclitus bouwde echter voort op de traditie van de Miletische school die begonnen was door Thales en Anaximander. Zij zochten rationele verklaringen voor het natuurgebeuren. Net als Xenophanes en pythagoreeërs distantieerde Heraclitus zich tevens van religieuze en ethische tradities.
Zo beschouwde Xenophanes de goden als antropomorfe ficties, en postuleerde hij één, abstracte god die in niets lijkt op de mens of zijn gedachten
Door observatie en kritische reflectie leidde Heraclitus uit waargenomen verschijnselen algemene,
metafysische inzichten af (inductieve logica).
Zijn conclusie was dat alles in de wereld een eenheid vormde. Daarom leidde hij ethische beginselen af uit de
metafysische inzichten. Goed handelen kon alleen door goed inzicht in het reilen en zeilen van de kosmos. Kennis daarover kon met moeite verkregen worden, en besloeg het geheel van kosmologie, natuurfilosofie, ethiek, kennisleer en psychologie.
Heraclitus beweerde dat zijn logos objectief en altijd waar is. Die bestaat
niet uit een reeks waarneembare feiten, maar staat voor een intellectuele inspanning die 'elk ding naar zijn aard' ontleedt en leidt tot een theorie over 'alles': 'Inzicht hebben is iets van universele aard'.[n 34] De logos laat dus alle verbindingen zien tussen de dingen, tussen de natuur en de mens, tussen alle tegenstellingen. Heraclitus maakt de logos abstract door aan te nemen dat die buiten de mens zelf ook echt bestaat als natuurwet.
Kortom: de logica van Heraclitus is metafysisch als grondslag van de natuur.
Hoewel hij weer wel het vuur beschouwt als grondelement.
Deze ordening, dezelfde voor alle wezens, is
niet gemaakt door iemand van de goden of van de mensen, maar zij was er altijd, is er en zal er zijn, een eeuwig levend vuur dat volgens zijn maten ontbrandt en dooft.
— Clemens van Alexandrië, Mengelwerk (5.104.2).
Aanhalingsteken sluiten
De ziel is voor Heraclitus sterfelijk, en er is geen hiernamaals. Hoewel het individu weliswaar geen deel heeft aan de eeuwige kringloop, blijft alles op grote schaal uiteindelijk niettemin hetzelfde.